Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , V-nummer: [nummer] , eiser
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
“guilt by association”gelijkgeschakeld met zijn vader, aldus eiser. De omstandigheid dat eiser al lang weg is uit Liberia maakt niet dat eiser thans is gevrijwaard van risico’s, nu etnische conflicten nog jarenlang kunnen opspelen. In het voornemen is ten onrechte overwogen dat van eiser terughoudendheid verwacht mag worden met het opnieuw opeisen van familiebezit, nu hij niet meer over eigendomspapieren beschikt. Volgens eiser kan deze terughoudendheid niet van hem verlangd worden, nu dit zijn persoonlijke integriteit en identiteit raakt, en het voor hem als Mandingo belangrijk is om aanspraak te maken op de erfenis van zijn vermoorde vader. De staatssecretaris kan de aanslagplegers uit 2007 niet louter schetsen als criminelen aan wie eiser zich kan onttrekken, nu dit volgens hem de politiek geïnspireerde etnische component van het asielrelaas miskent.
“long-standing disputes regarding land and other resources among ethnic groups continue to contribute to social and political tension”– is daartoe als onderbouwing niet voldoende.
“guilt by association”,louter vanwege zijn etniciteit als Mandingo gegronde vrees heeft voor vervolging bij terugkeer naar Liberia. Hoewel de staatssecretaris geloofwaardig heeft geacht dat de vader van eiser is vermoord vanwege zijn etniciteit en ook is aangenomen dat eisers vader werkzaamheden voor de military police verrichtte en de bedreiging en aanval op eisers moeder in 1999 eveneens aannemelijk zijn bevonden, heeft de staatssecretaris daaruit naar het oordeel van de rechtbank niet hoeven afleiden dat eiser in 2007 door oud-rebellen is aangevallen. In dit verband heeft de staatssecretaris van belang kunnen achten dat eiser niet kon verklaren wie hem destijds in 2007 heeft aangevallen en ook dat de aanval in 1999 ging om eigendomspapieren en een geschil over eigendom van land en huizen. De stelling van eiser dat het hier oud-strijders betrof van Charles Taylor en Prince Johnson is onvoldoende onderbouwd. Dat er blijkens het USDOS rapport tussen verschillende etnische groeperingen in Liberia
“long-lasting disputes”bestaan over
“land and other resources”maakt niet dat op grond daarvan moet worden aangenomen dat eiser in 2007 door oud-strijders is aangevallen of dat hij thans reeds vanwege zijn etniciteit risico loopt. De staatssecretaris heeft in het bestreden besluit verwezen naar het ambtsbericht Liberia 2008, waarin genoemd staat dat de Mandingo volgens de UNHCR niet langer speciale bescherming behoeven. Omdat er geen recentere informatie beschikbaar is en hierover ook niets is opgenomen in de Vreemdelingencirculaire 2000, heeft de staatssecretaris overwogen dat moet worden uitgegaan van de juistheid van de inhoud van het ambtsbericht. De informatie van Amnesty International en USDOS die eiser hier tegenover heeft gesteld, doet ook naar het oordeel van de rechtbank op dit punt niet af aan de inhoud van het ambtsbericht, in die zin dat daaruit niet kan worden afgeleid dat eiser ook thans vanwege zijn etniciteit moet vrezen voor vervolging. Uit de door eiser overlegde informatie van USDOS blijkt weliswaar dat Liberia kampt met corruptie (ook in de regering) en dat sprake is van een zwak rechtssysteem, maar hieruit volgt nog niet dat eiser louter vanwege zijn etniciteit gegronde vrees zou hebben bij terugkeer naar Liberia.