ECLI:NL:RBDHA:2023:19398
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met verwijzing naar verantwoordelijkheid Frankrijk
In de zaak met zaaknummer NL23.36415 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 8 december 2023 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. H. Drenth, had een asielaanvraag ingediend die door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. S. Kowsari, niet in behandeling was genomen. Dit gebeurde op basis van de overweging dat Frankrijk verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 5 december 2023, maar verzoeker en zijn gemachtigde waren niet aanwezig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening samen met een andere zaak, NL23.36414, behandeld. In de uitspraak van die andere zaak is op het beroep beslist, waardoor de noodzaak voor een voorlopige voorziening verviel. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen, met de overweging dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, in aanwezigheid van griffier mr. S. Westerhof, en is openbaar gemaakt op 8 december 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.