ECLI:NL:RBDHA:2023:19373
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag wegens verantwoordelijkheid Duitsland
In de zaak met zaaknummer NL23.36959 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 5 december 2023 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. L. Sinoo, had een asielaanvraag ingediend die door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. S. Kowsari, niet in behandeling was genomen. Dit gebeurde op basis van de grond dat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van de asielaanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 5 december 2023, waar verzoeker en zijn gemachtigde niet aanwezig waren, heeft de voorzieningenrechter het verzoek behandeld. Na de behandeling heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat in een andere uitspraak op dezelfde dag, zaaknummer NL23.36958, al op het beroep was beslist. Hierdoor was een voorlopige voorziening niet meer nodig. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. J.J. Catsburg, in aanwezigheid van mr. S. Westerhof, griffier, en is bekendgemaakt op 8 december 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.