ECLI:NL:RBDHA:2023:19364

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 november 2023
Publicatiedatum
11 december 2023
Zaaknummer
/09/654999 JE RK 23-2029
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag op 28 november 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [naam01]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ondertoezichtstelling van [naam01] eerder was verlengd tot 6 december 2023 en dat de gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming West Zuid-Holland, verzoekt om een verlenging van deze maatregel voor een jaar. De ouders van [naam01] hebben ingestemd met het verzoek, waarbij zij benadrukken dat de thuisplaatsing van [naam01] op een zorgvuldige manier moet gebeuren, gezien de recente veranderingen in de gezinssituatie, waaronder de terugkeer van de oudere broer van [naam01].

De kinderrechter heeft tijdens de mondelinge behandeling op 28 november 2023 de betrokken partijen gehoord, waaronder de ouders, pleegouders en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling. De kinderrechter heeft geconstateerd dat de ontwikkeling van [naam01] positief is, maar dat er nog steeds zorgen zijn over de stabiliteit in de thuissituatie. De kinderrechter heeft de noodzaak van de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing onderbouwd met verwijzingen naar relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek, waarbij het belang van de verzorging en opvoeding van [naam01] voorop staat.

De kinderrechter heeft uiteindelijk besloten om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam01] te verlengen tot 6 december 2024, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is. De kinderrechter heeft de betrokken partijen aangespoord om in gesprek te blijven over de zorg voor [naam01] en de onderlinge verhoudingen, met het belang van het kind als leidraad.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/09/654999 / JE RK 23-2029
Datum uitspraak: 28 november 2023
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling en verlenging machtiging tot uithuisplaatsing
in de zaak van
Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland, gevestigd te Leiden,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
over
[naam01], geboren op [geboortedatum01] 2018 in [plaats01] ,
hierna te noemen: [naam01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam02],
hierna te noemen: de moeder,
en
[naam03],
hierna te noemen: de vader,
beide wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
hierna gezamenlijk te noemen: de ouders.
[naam04],
hierna te noemen: de pleegmoeder,
en
[naam05],
hierna te noemen: de pleegvader,
beide wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
hierna gezamenlijk te noemen de pleegouders.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
  • het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 11 oktober 2023;
  • het bericht van Horizon van 27 oktober 2023;
  • het advies van de raadsadvies van 15 november 2023;
  • het e-mailbericht van de pleegouders van 17 november 2023;
  • het bericht van Kinder- en Jeugdpraktijk [naam06] van 17 november 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 28 november 2023. Daarbij waren aanwezig:
- de ouders;
- de pleegouders;
- mevrouw [naam07] en mevrouw [naam08] namens de gecertificeerde instelling.

2.De feiten

2.1.
[naam01] is erkend door de vader.
2.2.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [naam01] .
2.3.
[naam01] verblijft in een pleeggezin.
2.4.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 2 december 2022 de ondertoezichtstelling van [naam01] verlengd tot 6 december 2023 alsmede voor dezelfde duur de machtiging [naam01] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een voorziening voor pleegzorg verlengd.

3.Het verzoek

3.1.
De gecertificeerde instelling verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam01] te verlengen voor de duur van een jaar. Ook verzoekt de gecertificeerde instelling een verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam01] in een voorziening voor pleegzorg voor de duur van de ondertoezichtstelling. De gecertificeerde instelling verzoekt de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.2.
De gecertificeerde instelling heeft het verzoek als volgt gemotiveerd. [naam01] ontwikkelt zich in grote lijnen positief. Vorig jaar is onderzocht of [naam01] deels of volledig thuis zou kunnen gaan wonen. Horizon heeft in maart 2023 niet positief geadviseerd over een thuisplaatsing. Uit onderzoek van [naam06] is naar voren gekomen dat ouders liefdevol, enthousiast en pedagogisch goed op [naam01] reageren. Een aandachtspunt voor de afgelopen ondertoezichtstelling was de zindelijkheid van [naam01] . De oorzaak hiervan bleek niet lichamelijk. Sinds afgelopen juni gaat dit beter. Er wordt vermoed dat de al langere tijd gespannen verstandhouding tussen de ouders en de pleegouders een rol speelt bij de problemen rondom de zindelijkheid. Als gevolg van de spanningen tussen ouders en pleegouders kampt [naam01] met loyaliteitsproblematiek. [naam01] ging om het weekend naar de ouders. Per mei 2023 is deze omgang uitgebreid met een extra nacht. Daarnaast gaat [naam01] in de vakanties extra naar de ouders. Concrete afspraken maken hierover gaat echter moeizaam, omdat de ouders en de pleegouders het vaak niet met elkaar eens zijn. De moeder is hoofdzakelijk thuis voor de kinderen. Zij toont goede pedagogische vaardigheden. De problematiek van de moeder ligt onder andere bij haar onvermogen om op momenten van stress rustig en adequaat te kunnen blijven reageren. Het is begrijpelijk dat de moeder moeite heeft alle afspraken in het kader van de hulpverlening en de zorg rondom alle kinderen te overzien. De vader is beter in staat om rustig te blijven wanneer de stress oploopt. De vader is echter vaak aan het werk. Ook de vader sluit pedagogisch goed aan bij wat de kinderen nodig hebben. De gecertificeerde instelling vindt het positief dat de ouders aan hulpverlening meewerken. De verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing is volgens de gecertificeerde instelling nog nodig, omdat de oudere broer van [naam01] , [naam09] , recent vrij onverwacht thuis is komen wonen. Op dit moment ligt de focus op het regelen van alle benodigde zorg en onderwijs voor [naam09] en het hierbij ondersteunen van de ouders. De gecertificeerde instelling vindt het belangrijk dat in deze nieuwe situatie thuis eerst weer stabiliteit en rust ontstaat voordat een volgende stap gezet kan worden. De volgende stap voor het gezin is dat de zus van [naam01] , [naam10] , weer bij de ouders thuis gaat wonen. Gelet hierop moet zorgvuldig gekeken worden wanneer een goed moment is voor de eventuele thuisplaatsing van [naam01] . De gecertificeerde instelling ziet dat de onduidelijkheid over het perspectief van [naam01] veel met hem doet. Hiervoor wordt hulpverlening ingezet zodat [naam01] , de ouders en de pleegouders hierin ondersteund worden zolang deze onduidelijkheid voortduurt. De gevraagde termijn is nodig om het gezin voldoende tijd te geven om te kunnen stabiliseren voordat met vervolgstappen voor een thuisplaatsing van [naam01] begonnen kan worden.

4.De standpunten

4.1.
De ouders stemmen in met het verzoek van de gecertificeerde instelling. Aangezien de broer van [naam01] kortgeleden onverwacht thuis is komen wonen, vinden de ouders het belangrijk dat er voldoende tijd en aandacht is om alle zorg rondom hem goed op te starten. Ze vinden het belangrijk dat de thuisplaatsing van [naam01] op een tempo en manier gaat die aansluit bij de behoeften van [naam01] . De ouders zien in dat de pleegouders belangrijke mensen zijn geworden in het leven van [naam01] . Ze geven aan het contact met de pleegouders en diens familie in de toekomst te willen onderhouden zodat [naam01] op den duur zijn eigen manier vindt om beide families een rol in zijn leven te laten spelen op een wijze die voor hem prettig is. De ouders voelen spanning in het contact met de pleegouders, omdat ze het idee hebben dat de pleegouders sommige gemaakte afspraken niet nakomen. Ook vinden de ouders het lastig dat ze het gevoel hebben dat de pleegouders niet willen dat [naam01] weer bij de ouders gaat wonen. De moeder geeft aan dat ze verwacht dat deze spanningen minder worden zodra [naam01] weer thuis komt wonen.
4.2.
De pleegouders stemmen in met het verzoek van de gecertificeerde instelling. De pleegouders geven aan dat het goed gaat met [naam01] . Zij hebben naar voren gebracht het vervelend te vinden dat de ouders bepaalde dingen zo opvatten zoals zij doen. De pleegouders geven aan het lastig te vinden dat er zulke spanningen zijn tussen hen en de ouders, want zij merken ook aan [naam01] dat hij daar last van heeft. Ze spreken de wens uit om onderling beter contact hebben en meer vertrouwen vanuit de ouders van [naam01] voelen, omdat dat juist zo belangrijk is voor [naam01] . De pleegouders voelen zich onvoldoende gezien in de rol die zij spelen in het leven van [naam01] .

5.De beoordeling

5.1.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Ook is de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam01] noodzakelijk in het belang van de verzorging en opvoeding (artikel 1:265c, tweede lid, BW).
5.2.
De kinderrechter ziet liefdevolle ouders en pleegouders die zich allen in hun eigen rol en op hun eigen manier inspannen voor het welzijn van [naam01] . De ouders hebben zich afgelopen jaren ingezet om aan zichzelf te werken en hebben een positieve ontwikkeling doorgemaakt en daardoor is hun onderlinge relatie verbeterd en zijn hun opvoedvaardigheden toegenomen. [naam01] , en ook de andere kinderen in het gezin, profiteert hiervan. De pleegouders hebben in diezelfde periode [naam01] liefdevol opgenomen in hun gezin en hem verzorgd en opgevoed. Dit doen zijn nu nog steeds. [naam01] boft met ouders en pleegouders die zo van hem houden en om hem geven.
De ontwikkelingsbedreiging van [naam01] acht de kinderrechter echter thans nog steeds aanwezig. Zeker gezien de grote veranderingen die er op dit moment spelen in de thuissituatie van de ouders is het op dit moment in het belang van [naam01] om de ondertoezichtstelling en de machtiging uithuisplaatsing te verlengen. Om de recente veranderingen in het gezin in goede banen te leiden en in de nieuwe situatie weer rust en stabiliteit te bereiken is tijd, inzet en aandacht van de ouders voor [naam09] en de andere thuiswonende kinderen nodig. Om het gezin de tijd en ruimte te bieden die zij nodig heeft om te stabiliseren na de thuiskomst van [naam09] en in de hopelijk nabije toekomst ook na de thuiskomst van [naam10] , is het noodzakelijk dat [naam01] nog bij de pleegouders blijft wonen. Dit creëert de voor [naam01] noodzakelijke veiligheid, rust en stabiliteit. Ondanks dat hierdoor wellicht ook de onzekerheid rondom de woonsituatie voor [naam01] nog blijft bestaan. Dit doet niet af aan het feit dat de ouders van ver zijn gekomen op zowel persoonlijk gebied als in de opvoedvaardigheden. Het is voor [naam01] wel heel belangrijk dat er op korte termijn duidelijkheid komt over zijn perspectief.
De kinderrechter spreekt de wens uit dat de ouders en de pleegouders met elkaar in gesprek (blijven) gaan over de gevoelige onderwerpen die maken dat er spanning tussen hen is en dringt er bij hen op aan ook in hun onderlinge omgang altijd het belang van [naam01] voorop te blijven stellen. Ook als dit wellicht op momenten lastig is, omdat dat wat de ander zegt wringt met het eigen gevoel. Een onderlinge ontspannen omgang is waar [naam01] nu het meest bij gebaat is. Zeker nu de huidige woonsituatie van [naam01] de komende periode onveranderd blijft.
5.3.
De kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam01] in een voorziening voor pleegzorg verlengen voor de duur van een jaar (artikel 1:260, eerste lid en artikel 1:265c, tweede lid BW).

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam01] tot 6 december 2024;
6.2.
verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam01] in een voorziening voor pleegzorg tot 6 december 2024;
6.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 28 november 2023 door mr. N.I.S. Boers, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. M.B. van der Velden als griffier, en op schrift gesteld op 11 december 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.