ECLI:NL:RBDHA:2023:19337

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 december 2023
Publicatiedatum
11 december 2023
Zaaknummer
NL23.32472
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag en proceskostenveroordeling

In de zaak tussen [naam verzoekster] als verzoekster en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid als verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 6 december 2023 uitspraak gedaan. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag die door de staatssecretaris op 10 oktober 2023 niet-ontvankelijk was verklaard. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting.

De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen verwezen naar een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank, zaaknummer NL23.32471, waarin op het beroep van verzoekster is beslist. Gezien de uitkomst van dat beroep heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening als kennelijk ongegrond afgewezen. Daarnaast heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat de staatssecretaris in de proceskosten van verzoekster moet worden veroordeeld. De kosten zijn vastgesteld op € 837, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht, voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.

De beslissing van de voorzieningenrechter houdt in dat het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen en dat de staatssecretaris wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan verzoekster. Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.32472

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoekster] , verzoekster

V-nummer: [V-nr.]
(gemachtigde: mr. C.Z.A.M. Skanderova),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 10 oktober 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoekster niet-ontvankelijk verklaard.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.32471, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Het verzoek wordt daarom als kennelijk ongegrond afgewezen.
2. In de uitkomst van het beroep ziet de voorzieningenrechter aanleiding om verweerder te veroordelen in de door verzoekster gemaakte proceskosten. Deze worden op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 837 bestaande uit een punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 837 en vermenigvuldigd met wegingsfactor 1 (gemiddeld).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af;
- veroordeelt verweerder in de door verzoekster gemaakte proceskosten tot een bedrag van
€ 837 (
achthonderdzevenendertig euro).
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. W. van Loon, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.