Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[minderjarige 2] ,V-nummer: [V-nummer] , en
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag de beroepen van eisers tegen het niet in behandeling nemen van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvragen met de bestreden besluiten van 27 oktober 2023 niet in behandeling genomen, omdat Polen verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvragen. De rechtbank heeft de beroepen op 14 november 2023 behandeld, waarbij eisers, hun gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris op grond van de Dublinverordening de asielaanvragen niet in behandeling hoeft te nemen, omdat Polen als verantwoordelijke lidstaat is aangewezen. Eisers hebben aangevoerd dat de staatssecretaris niet zorgvuldig heeft gehandeld door gebruik te maken van standaard voornemens en dat hun bezwaren niet voldoende zijn gemotiveerd. De rechtbank stelt vast dat de staatssecretaris in de bestreden besluiten wel degelijk is ingegaan op de relevante elementen en dat de besluitvorming niet onzorgvuldig tot stand is gekomen.
Eisers hebben ook betoogd dat zij niet veilig zijn in Polen en dat de Poolse autoriteiten hen niet kunnen beschermen tegen bedreigingen van de Tsjetsjeense gemeenschap. De rechtbank oordeelt dat eisers niet hebben aangetoond dat zij daadwerkelijk worden bedreigd en dat de staatssecretaris niet verplicht was om nader onderzoek te doen naar de situatie in Polen. De rechtbank concludeert dat de beroepen ongegrond zijn en dat eisers geen recht hebben op vergoeding van hun proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg en is openbaar gemaakt op 24 november 2023.