Uitspraak
Zorgregeling en kinderalimentatie
Beschikking op het op 28 maart 2023 ingekomen verzoek van:
[naam01] ,
[naam02] ,
Procedure
- het verzoekschrift van de zijde van de moeder, ingekomen op 28 maart 2023;
- het verweerschrift met zelfstandige verzoeken van de zijde van de vader, ingekomen op 25 mei 2023;
- het bericht van 23 oktober 2023, met bijlagen, van de zijde van de vader;
- de brief van 24 oktober 2023, met bijlagen, van de zijde van de moeder;
- het bericht van 31 oktober 2023, met bijlage, van de zijde van de vader.
Feiten
€ 219,- per maand, welke alimentatie zal zijn onderworpen aan de wettelijke indexering als bedoeld in artikel 1:402a BW, voor het eerst per 1 januari 2023.
Verzoek en verweer
- het door partijen op 18 mei 2022 ondertekende ouderschapsplan te hechten aan de af te geven beschikking en de inhoud daarvan over te nemen c.q. te bekrachtigen;
- ter aanvulling c.q. verduidelijking van de afspraken in het ouderschapsplan het volgende vast te leggen:
nietverblijft bij de ouder wiens feestdag het betreft, dan zal zij door de ouder waar zij verblijft om 10.00 uur naar de andere ouder wiens feestdag het is worden gebracht. De betreffende ouder brengt [minderjarige01] de volgende dag naar school toe c.q. wanneer het een vrije dag betreft brengt de moeder naar de vader waarna de reguliere zorgregeling wordt gevolgd;
1 januari 2023 en meer subsidiair de datum van indiening van het verzoekschrift, bij vooruitbetaling aan de moeder te betalen een bedrag aan kinderalimentatie voor [minderjarige01] van € 219,- per maand, waarbij geldt dat de wettelijke indexatie als bedoeld in artikel 1:402a BW met ingang van 1 januari 2023 dient te worden toegepast,
oneven weken:
Beoordeling
“Vakanties
Feestdagen
€ 219,- per maand had per 1 januari 2023 moeten worden geïndexeerd). Per 1 februari 2023 is hij € 85,- per maand gaan betalen. De moeder was het hier niet mee eens.
1 oktober 2023 (de periode waarin de vader werkt als leerkracht).
Periode vanaf 1 oktober 2023
€ 5.503,57 bruto per maand, een Individueel Keuze Budget (IKB) van € 900,93 per maand, een pensioenpremie van € 388,38 per maand en een Premie AP van € 7,05 per maand.
Periode vanaf 1 oktober 2023
€ 794,92 per maand. Daarnaast zal rekening worden gehouden met een pensioenpremie van € 388,38 per maand en een Premie AP van € 7,05 per maand.
€ 4.130,- per maand. Voor de berekening van dit bedrag verwijst de rechtbank naar de berekening die aan deze beschikking is gehecht.
Periode vanaf 1 oktober 2023
Beslissing
1 oktober 2023 op nihil;
€ 106,- per maand, vanaf heden telkens bij vooruitbetaling te voldoen;