Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[minderjarige 2] ,geboren op [geboortedatum] 2008, en
Rechtbank Den Haag
Op 21 november 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken met de nummers NL23.32560 en NL23.34695. De verzoekers, een gezin dat asiel heeft aangevraagd, hebben verzocht om een voorlopige voorziening nadat hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling zijn genomen. De staatssecretaris heeft dit besluit genomen op basis van de Dublin-regelgeving, waarbij België als verantwoordelijk land is aangewezen voor de behandeling van de asielaanvragen.
De verzoekers hebben tegen de besluiten van de staatssecretaris beroep ingesteld en vroegen de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening. De staatssecretaris heeft een verweerschrift ingediend en de zaak is op 14 november 2023 behandeld. Verzoekers zijn echter niet verschenen, terwijl de staatssecretaris zich heeft laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag uitspraak is gedaan in de aan deze zaken gerelateerde beroepen (NL23.32559 en NL23.34694). Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan op de beroepen, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De verzoeken zijn daarom afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, in aanwezigheid van griffier K.F.K. Hoogbruin, en is openbaar gemaakt op 21 november 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.