ECLI:NL:RBDHA:2023:19158

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 december 2023
Publicatiedatum
7 december 2023
Zaaknummer
NL23.33228
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Nigeriaanse eiser wegens ongeloofwaardige verklaringen over negatieve belangstelling van de Black Axe

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Nigeriaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser, geboren op een onbekende datum, heeft op 15 augustus 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag op 16 oktober 2023 afgewezen, met als reden dat de aanvraag ongegrond is. De rechtbank heeft het beroep op 2 november 2023 behandeld, waarbij alleen de gemachtigde van de verweerder aanwezig was.

De rechtbank heeft de afwijzing van de asielaanvraag beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van eiser. Eiser stelt dat hij in de negatieve belangstelling staat van de Black Axe, een gewelddadige groepering. Hij heeft verklaard dat een vriend door deze groepering is vermoord en dat hij aangifte heeft gedaan. Eiser heeft ook beweerd dat zijn oom, die lid is van een rivaliserende cultgroep, hem heeft gewaarschuwd dat de Black Axe naar hem op zoek is.

De rechtbank oordeelt dat de verklaringen van eiser over zijn situatie niet geloofwaardig zijn. Eiser heeft tegenstrijdige verklaringen afgelegd over zijn contacten met zijn oom en de tijdlijn van zijn ervaringen. De rechtbank concludeert dat de Staatssecretaris de asielaanvraag terecht als ongegrond heeft afgewezen. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is gedaan door rechter D.M. Schuiling, in aanwezigheid van griffier Y. van Wijk.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.33228

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam 1] , V-nummer: [V-nummer] , eiser

(gemachtigde: mr. A.P.E.M. Pover),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigde: mr. V.R. Bloemberg).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van de asielaanvraag van eiser. Eiser stelt van Nigeriaanse nationaliteit te zijn en te zijn geboren op [geboortedatum] . Hij heeft op 15 augustus 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Verweerder heeft met het bestreden besluit van 16 oktober 2023 deze aanvraag afgewezen als ongegrond.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 2 november 2023 op zitting behandeld. Hieraan heeft deelgenomen: de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van eisers asielaanvraag. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
3. Het beroep is ongegrond
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Het asielrelaas
4. Eiser legt aan zijn asielaanvraag het volgende ten grondslag. Eiser staat in de negatieve belangstelling van een groepering genaamd de Black Axe. Een vriend van eiser, [naam 2] , is door toedoen van deze groepering om het leven gekomen en eiser, die gezien heeft wie zijn vriend hadden opgehaald, heeft hiervan aangifte gedaan tegen de Black Axe. De Black Axe is via de politie, die banden heeft met deze groep, achter deze aangifte gekomen. Eiser heeft van zijn oom, die een hoge positie heeft als lid is van een rivaliserende cultgroep, gehoord dat de Black Axe een keer bij hem thuis is geweest om hem te zoeken.
Het bestreden besluit
5. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
1. Identiteit, nationaliteit en herkomst;
2. In negatieve belangstelling staan bij de Black Axe.
Verweerder acht de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser geloofwaardig. Eisers verklaringen dat hij in de negatieve belangstelling staat van de Black Axe acht verweerder niet geloofwaardig. Verweerder heeft daarom de asielaanvraag afgewezen als ongegrond.
Wat vindt eiser in beroep?
6. Eiser voert aan dat het enkele feit dat hij wisselend heeft verklaard over het moment van het gesprek met zijn oom, niet raakt aan de geloofwaardigheid van hetgeen eiser over de inhoud van dit gesprek naar voren heeft gebracht. Verder is enkel het tijdsverloop onvoldoende voor verweerder om te concluderen dat eiser niet in de negatieve belangstelling van de Black Axe staat. Verder herhaalt eiser zijn stelling in de zienswijze dat het een feit van algemene bekendheid is dat rivaliserende groeperingen als de Black Axe onderling conflicten beslechten door leden van rivaliserende groeperingen te vermoorden.
De Black Axe
7. De rechtbank is van oordeel dat verweerder de verklaringen van eiser dat hij in de negatieve belangstelling staat van de Black Axe niet ten onrechte ongeloofwaardig heeft geacht. Eisers verklaringen over hoe hij zou weten dat hij nog wordt gezocht door de Black Axe heeft verweerder als tegenstrijdig kunnen aanmerken. Tijdens het nader gehoor van 9 oktober 2023 heeft eiser verklaard dat hij in 2015 in Libië tijdens een gesprek met zijn oom heeft gehoord dat er mensen van de Black Axe bij hem thuis zijn geweest. Deze verklaring rijmt niet met eisers verklaring tijdens het aanmeldgehoor van 28 juni 2023 dat hij op zee is gearresteerd door de kustwacht van Libië en hij vervolgens vier maanden gevangen heeft gezeten en zijn verklaring tijdens het nader gehoor dat hij na zijn vrijlating geen contact meer heeft gehad met zijn oom. Verder heeft verweerder van belang mogen achten dat eiser inmiddels ruim acht jaar niets van de van Black Axe heeft vernomen. Tot slot heeft verweerder eiser kunnen tegenwerpen dat hij summier heeft verklaard over hoe zijn oom op de hoogte is geraakt van eisers situatie met de Black Axe. De enkele stelling van eiser dat zijn oom een hoge positie bekleed bij een rivaliserende bende en dat het volgens eiser een feit van algemene bekendheid is dat rivaliserende bendes elkaar naar het leven staan, heeft verweerder niet voldoende kunnen achten.

Conclusie en gevolgen

8. Verweerder heeft de aanvraag terecht afgewezen als ongegrond.
Het beroep is ongegrond. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.M. Schuiling, rechter, in aanwezigheid van mr. Y. van Wijk, griffier.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.