Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[Naam], verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 december 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, wiens naam niet is vermeld, had tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beroep ingesteld, waarbij zijn asielaanvraag op 21 februari 2022 niet-ontvankelijk was verklaard. De verzoeker vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, maar de voorzieningenrechter heeft dit verzoek afgewezen als kennelijk ongegrond.
De voorzieningenrechter baseerde zijn beslissing op een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank, zaaknummer NL22.2882, waarin het beroep van de verzoeker op de asielaanvraag werd behandeld. Aangezien de rechtbank in die uitspraak al had geoordeeld, was er geen aanleiding om het verzoek om voorlopige voorziening te honoreren. De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van mr. W. van Loon als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.