ECLI:NL:RBDHA:2023:19072

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 september 2023
Publicatiedatum
7 december 2023
Zaaknummer
NL23.21870
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op visumaanvraag voor kort verblijf

In deze zaak heeft eiser op 28 juli 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn bezwaarschrift, dat volgde op de afwijzing van zijn aanvraag voor een visum voor kort verblijf, ingediend op 17 maart 2023. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk is. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat eiser op 30 maart 2023 bezwaar heeft gemaakt tegen de afwijzing van zijn visumaanvraag, maar dat de verweerder, de minister van Buitenlandse Zaken, binnen de wettelijk vastgestelde termijn van negentien weken een beslissing op het bezwaar had moeten nemen. Eiser heeft verweerder op 12 juli 2023 in gebreke gesteld, maar de rechtbank concludeert dat de ingebrekestelling te vroeg is ingediend, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn bezwaarschrift kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.21870

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] , eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. A. Darrazi),
en
de minister van Buitenlandse zaken, verweerder.

Procesverloop

Eiser heeft op 28 juli 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn bezwaarschrift naar aanleiding van de afwijzing van zijn aanvraag voor een visum voor kort verblijf van 17 maart 2023.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb1 uitspraak zonder zitting.
Overwegingen
1. Tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan beroep worden ingesteld.2 Het beroepschrift kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is om op tijd een besluit te nemen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen.3
2. Eiser heeft op 30 maart 2023 bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een visum voor kort verblijf. Verweerder moet uiterlijk binnen negentien weken een beslissing op bezwaar nemen. Dit is gerekend vanaf de dag na die waarop de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is verstreken.4 Eiser heeft verweerder op 12 juli 2023 in gebreke gesteld. Dat betekent dat op het moment van de ingebrekestelling de beslistermijn nog niet was verstreken, waardoor de ingebrekestelling van te vroeg is ingediend. Daarom is het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn bezwaarschrift kennelijk niet-ontvankelijk.
3. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. S.C. Spruijt, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.