ECLI:NL:RBDHA:2023:19055
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag mvv
Op 12 januari 2023 heeft eiseres, van Syrische nationaliteit, een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) als familie- of gezinslid bij haar referent. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft niet tijdig op deze aanvraag beslist. Eiseres heeft de staatssecretaris op 27 juli 2023 in gebreke gesteld en op 3 augustus 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat volgens artikel 6:2 van de Awb het niet tijdig nemen van een besluit gelijkgesteld wordt met een besluit. Eiseres heeft aangevoerd dat de ingebrekestelling eerder heeft plaatsgevonden dan de datum die zij heeft opgegeven. Echter, zij heeft geen bewijs overgelegd dat de staatssecretaris de ingebrekestelling op de door haar genoemde datum heeft ontvangen. De rechtbank stelt vast dat de termijn voor het indienen van een beroep is begonnen op 28 juli 2023, en dat de beslistermijn op 10 augustus 2023 is verstreken. Eiseres heeft haar beroep op 3 augustus 2023 ingediend, maar dit voldoet niet aan de vereisten van artikel 6:12 van de Awb.
Daarom verklaart de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.W. de Jonge, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Een afschrift van de uitspraak is aan de partijen verzonden.