ECLI:NL:RBDHA:2023:18953
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Eritrese eiser met ongeloofwaardige identiteit en nationaliteit; beroep gegrond verklaard
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, van Eritrese nationaliteit, heeft op 13 december 2021 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke op 13 oktober 2023 als kennelijk ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 21 november 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder en een tolk.
Eiser stelt dat hij [naam] heet en dat hij in Eritrea is geboren op [geboortedag 1] 1991. Verweerder heeft echter andere personalia vastgesteld op basis van vingerafdrukken, waarbij eiser als Ethiopiër is geregistreerd. Eiser heeft zijn asielaanvraag onderbouwd met claims van vervolging vanwege zijn seksuele geaardheid en de vrees voor dienstplicht in Eritrea. Verweerder heeft de identiteit en herkomst van eiser als ongeloofwaardig beoordeeld, wat leidde tot de afwijzing van de asielaanvraag.
De rechtbank oordeelt dat verweerder ten onrechte geen terugkeerbesluit heeft genomen, wat vereist is na de afwijzing van de asielaanvraag. De rechtbank stelt vast dat het ontbreken van een terugkeerbesluit betekent dat het bestreden besluit niet in stand kan blijven. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt verweerder op om binnen 12 weken een nieuw besluit te nemen. Tevens veroordeelt de rechtbank verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.674,-.