ECLI:NL:RBDHA:2023:18948
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 30 mei 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. De zaak betreft een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 24 april 2023 kennelijk ongegrond is verklaard. De verzoeker, van Algerijnse nationaliteit, heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 16 mei 2023, waarbij de gemachtigde van de verzoeker en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren, evenals een tolk.
De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak van vandaag, die ook betrekking heeft op een andere zaak (NL23.12843), geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, aangezien er inmiddels uitspraak is gedaan op het beroep. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, in aanwezigheid van griffier mr. F. Aissa, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.