Uitspraak
[eiser/verzoeker], V-nummer: [v-nummer], eiser/verzoeker (hierna: eiser)
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
- identiteit, nationaliteit en herkomst;
- niet geloven in de islam.
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Marokkaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser, geboren in 2001, heeft op 14 september 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, waarbij hij aanvoert dat hij bij terugkeer naar Marokko niet veilig is vanwege zijn afvalligheid van de islam. De staatssecretaris heeft de aanvraag op 5 oktober 2023 afgewezen als kennelijk ongegrond, met het argument dat Marokko is aangewezen als veilig land van herkomst en dat de eiser niet onder de uitzonderingscategorieën valt die bescherming zouden rechtvaardigen.
De rechtbank heeft op 9 november 2023 de zaak behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van de eiser als die van de staatssecretaris aanwezig waren. De rechtbank overweegt dat de eiser onvoldoende heeft aangetoond dat hij bij terugkeer naar Marokko een reëel risico loopt op vervolging. De rechtbank stelt vast dat de eiser geen gegronde vrees heeft voor vervolging vanuit de Marokkaanse autoriteiten, maar enkel vreest voor maatschappelijke reacties. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de aanvraag terecht heeft afgewezen, omdat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat Marokko voor hem geen veilig land van herkomst is.
De rechtbank wijst het beroep van de eiser ongegrond en verklaart dat er geen aanleiding is voor het treffen van een voorlopige voorziening. De eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en biedt informatie over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.