ECLI:NL:RBDHA:2023:18943

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 november 2023
Publicatiedatum
6 december 2023
Zaaknummer
NL23.32421 en NL23.32422
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Marokkaanse eiser wegens niet geloven in de islam en veilig land van herkomst

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Marokkaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De eiser, geboren in 2001, heeft op 14 september 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, waarbij hij aanvoert dat hij bij terugkeer naar Marokko niet veilig is vanwege zijn afvalligheid van de islam. De staatssecretaris heeft de aanvraag op 5 oktober 2023 afgewezen als kennelijk ongegrond, met het argument dat Marokko is aangewezen als veilig land van herkomst en dat de eiser niet onder de uitzonderingscategorieën valt die bescherming zouden rechtvaardigen.

De rechtbank heeft op 9 november 2023 de zaak behandeld, waarbij zowel de gemachtigde van de eiser als die van de staatssecretaris aanwezig waren. De rechtbank overweegt dat de eiser onvoldoende heeft aangetoond dat hij bij terugkeer naar Marokko een reëel risico loopt op vervolging. De rechtbank stelt vast dat de eiser geen gegronde vrees heeft voor vervolging vanuit de Marokkaanse autoriteiten, maar enkel vreest voor maatschappelijke reacties. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de aanvraag terecht heeft afgewezen, omdat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat Marokko voor hem geen veilig land van herkomst is.

De rechtbank wijst het beroep van de eiser ongegrond en verklaart dat er geen aanleiding is voor het treffen van een voorlopige voorziening. De eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en biedt informatie over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.32421 en NL23.32422
uitspraak van de enkelvoudige kamer en de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[eiser/verzoeker], V-nummer: [v-nummer], eiser/verzoeker (hierna: eiser)

(gemachtigde: mr. B. de Haan),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. T. Stelpstra).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag en beoordeelt de voorzieningenrechter eisers verzoek om een voorlopige voorziening.
1.1.
Verweerder heeft met het bestreden besluit van 5 oktober 2023 deze aanvraag in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
1.2.
Eiser heeft hier beroep tegen ingesteld.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening op 9 november 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
2. Eiser stelt te zijn geboren op [geboortedag] 2001 en de Marokkaanse nationaliteit te hebben. Hij heeft op 14 september 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Eiser heeft aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd dat hij bij terugkeer naar Marokko niet veilig is, omdat hij geen moslim is.
3. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
  • identiteit, nationaliteit en herkomst;
  • niet geloven in de islam.
Verweerder heeft beide elementen geloofwaardig gevonden, maar wijst erop dat Marokko is aangewezen als veilig land van herkomst. Eiser valt niet onder één van de in het beleid vastgelegde uitzonderingscategorieën. Dat eiser niet in de islam gelooft, is volgens verweerder geen aanleiding om aan te nemen dat Marokko voor hem niet langer als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt.
Wat vindt eiser in beroep?
4. Eiser wenst allereerst zijn zienswijze als herhaald en ingelast te zien. Eiser stelt dat Marokko vanwege zijn afvalligheid voor hem geen veilig land van herkomst is. Dat de Marokkaanse overheid niet optreedt tegen mensen die niet (meer) geloven in de islam doet niet ter zake, nu eiser vooral vreest voor de maatschappelijke reactie. Eisers ervaringen met de bevolking in Marokko en daarbuiten zijn anders dan verweerder heeft weergegeven. Ook meent eiser dat de Marokkaanse overheid hem bij voorkomende problemen niet zal willen beschermen, en verwijst hierbij naar een brief van Vluchtelingenwerk van 3 oktober 2023 die hij bij zijn zienswijze heeft overgelegd. Dat deze brief niet op hem van toepassing zou zijn omdat hij geen kritiek heeft geuit tegen de islam, begrijpt eiser niet. Er is weliswaar geen sprake van kritiek uiten, maar dat komt omdat eiser dit uit angst voor de reacties hierop niet durft.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
5. De rechtbank overweegt dat de algemene stelling van eiser in beroep dat de zienswijze als herhaald en ingelast moet worden beschouwd, onvoldoende is om te kunnen aanmerken als een beroepsgrond waar de rechtbank over moet beslissen. Verweerder is in het bestreden besluit gemotiveerd ingegaan op de zienswijze van eiser. De rechtbank zal daarom de stellingen in de zienswijze waarvan eiser in beroep niet concreet heeft aangegeven waarom de reactie van verweerder daarop volgens hem niet juist of niet toereikend is niet bespreken.
6. De rechtbank stelt vast dat verweerder Marokko heeft aangewezen als veilig land van herkomst, behalve voor: LHBTI’ers; journalisten en activisten die kritiek uitoefenen op de islam, het koningshuis en/of de Marokkaanse regering; de Hirak Rif-activisten en journalisten die verslag deden over de situatie in het Rifgebergte en de demonstraties aldaar, en personen die te maken kijken met strafrechtelijke vervolging. Eiser valt niet onder één van deze uitzonderingscategorieën. De rechtbank is van oordeel dat verweerder eisers aanvraag heeft kunnen afwijzen omdat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat Marokko voor hem geen veilig land van herkomst is en overweegt hiertoe het volgende.
8. Tussen partijen is niet in geschil dat eiser vanwege het niet geloven in de islam geen gegronde vrees voor vervolging heeft vanuit de Marokkaanse autoriteiten. Eiser stelt enkel te vrezen voor de maatschappelijke reactie. Verweerder heeft kunnen concluderen dat uit voormelde brief van Vluchtelingenwerk en de informatie die daarin is aangehaald uit onder meer het USDOS-rapport van 15 mei 2023, niet blijkt dat onbegrip en discriminatie tegen niet-moslims in de Marokkaanse maatschappij zover gaat dat eiser op grond hiervan een gegronde vrees heeft voor vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag of een reëel risico op ernstige schade loopt vanwege schending van artikel 3 van het EVRM. Uit de informatie in de brief van Vluchtelingenwerk blijkt enkel dat de Marokkaanse overheid kritiek op de islam bestraft en ook dat tijdens de Ramadan in 2022 een aantal ‘niet-vasters’ zijn gearresteerd. De rechtbank volgt eiser in zijn standpunt dat terughoudendheid niet verwacht mag worden ten aanzien van religieuze handelingen. [1] De vraag van terughoudendheid speelt echter alleen wanneer in redelijkheid kan worden aangenomen dat eiser godsdienstige handelingen zal verrichten die hem blootstellen aan werkelijk gevaar voor vervolging. De rechtbank is van oordeel dat verweerder in redelijkheid niet heeft hoeven aannemen dat eiser bij terugkeer openlijk kritiek zal uiten op de islam. Daarbij heeft verweerder mogen betrekken dat eiser nooit eerder heeft geuit dat hij niet in de islam geloofde, ook gedurende de lange tijd dat hij in Spanje woonde. Verweerder heeft er in dit verband bijvoorbeeld op kunnen wijzen dat eiser heeft verklaard dat hij in Spanje tijdens de Ramadan stiekem thuis at [2] en dat hij als hij uit eten ging met vrienden geen varkensvlees at als er een onbekende bij was. [3]
9. Eisers eigen ervaringen met moslims in zijn omgeving hebben verweerder niet tot een ander oordeel hoeven brengen. Eiser heeft verklaard dat zijn oom in Spanje niet meer met hem wilde spreken nadat hij erachter kwam dat eiser geen moslim is. [4] Ook werd hij beledigd door mensen die in zijn straat woonden. Hoewel deze vormen van sociale uitsluiting erg vervelend zijn, is dit niet zodanig dat eiser onmogelijk op maatschappelijk en sociaal gebied kan functioneren.

Conclusie en gevolgen

10. Verweerder heeft eisers aanvraag kunnen afwijzen als kennelijk ongegrond.
Het beroep is ongegrond.
11. Nu met deze uitspraak op het beroep wordt beslist, bestaat er geen aanleiding meer voor het treffen van een voorlopige voorziening. Dat verzoek wordt daarom afgewezen.
12. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.W. Griffioen, (voorzieningen)rechter, in aanwezigheid van mr. J.J. Yilmaz, griffier.
De beslissing is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak op het beroep, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen een week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.
Tegen de uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Zie paragrafen 79 en 80 van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) van 5 september 2012, ECLI:EU:C:2013:720 (
2.Pagina 15 van het gehoor veilig land van herkomst.
3.Pagina 13 van het behoor veilig land van herkomst.
4.Pagina 14 van het gehoor veilig land van herkomst.