ECLI:NL:RBDHA:2023:18907
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In de zaak tussen verzoeker, vertegenwoordigd door mr. F. Lavell, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. M.A. Gündogdu, heeft de voorzieningenrechter op 16 oktober 2023 een mondelinge uitspraak gedaan in Utrecht. Verzoeker had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris op 23 augustus 2023 was afgewezen als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 16 oktober 2023 is verzoeker, ondanks bericht van verhindering, niet verschenen, terwijl de staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Na de behandeling heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De motivering hiervoor is dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in de aanverwante zaak NL23.25056, waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. J.G. Nicholson, in aanwezigheid van griffier mr. E. Mulder, en is bekendgemaakt op 23 oktober 2023. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.