ECLI:NL:RBDHA:2023:18849
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 23 november 2023, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 22 september 2023 afgewezen, met het argument dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank heeft de zaak op 24 oktober 2023 behandeld, waarbij zowel de eiser als de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft vastgesteld dat Nederland niet verantwoordelijk is voor de asielaanvraag van eiser, op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft aangevoerd dat hij verantwoordelijk is voor de zorg van zijn moeder, die in Nederland verblijft, en dat dit een reden zou moeten zijn om zijn aanvraag in behandeling te nemen. De rechtbank oordeelt echter dat eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de gestelde afhankelijkheidsrelatie met zijn moeder. De overgelegde medische gegevens ondersteunen zijn claim niet en bovendien zijn er andere familieleden die ook zorg kunnen bieden.
Daarnaast heeft eiser betoogd dat er bijzondere omstandigheden zijn die de staatssecretaris zouden moeten dwingen om zijn aanvraag in behandeling te nemen, op grond van artikel 17 van de Dublinverordening. De rechtbank oordeelt dat eiser ook hier niet overtuigend heeft aangetoond dat er sprake is van bijzondere individuele omstandigheden die een uitzondering rechtvaardigen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de staatssecretaris de aanvraag terecht niet in behandeling heeft genomen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.