ECLI:NL:RBDHA:2023:1882

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
9 februari 2023
Publicatiedatum
20 februari 2023
Zaaknummer
C/09/642197 / FA RK 23-807
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van zorgmachtiging in het kader van verplichte zorg voor een betrokkene met een autismespectrumstoornis

Op 9 februari 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende de wijziging van een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren in 2005, die momenteel verblijft in een zorginstelling. De officier van justitie had op 3 februari 2023 verzocht om wijziging van de zorgmachtiging, die eerder op 21 oktober 2022 was afgegeven. Dit verzoek was gebaseerd op de noodzaak om aanvullende vormen van verplichte zorg toe te voegen, waaronder het insluiten en het uitoefenen van toezicht, vanwege de suïcidaliteit van de betrokkene en de risico's die daarmee gepaard gaan.

De rechtbank heeft besloten om het verzoek niet ter zitting te behandelen, maar af te doen op basis van een referteverklaring van de betrokkene en haar ouders, die akkoord gingen met de voorgestelde wijzigingen. De rechtbank overwoog dat een zitting te veel spanning met zich mee zou brengen voor de betrokkene, die lijdt aan een autismespectrumstoornis en emotie-regulatieproblematiek. De rechtbank achtte zich voldoende geïnformeerd om op het verzoek te beslissen, gezien de inhoud van de referteverklaring en de bijgevoegde stukken.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de huidige zorgmachtiging niet volstaat en dat er sprake is van een (dreigende) noodsituatie. De betrokkene heeft een aanhoudende doodswens en vertoont gedrag dat gevaarlijk kan zijn voor zichzelf en anderen. De rechtbank heeft daarom de zorgmachtiging gewijzigd, zodat de betrokkene kan worden ingesloten en er toezicht kan worden uitgeoefend. De gewijzigde machtiging geldt tot en met 21 april 2023. De beschikking is gegeven door mr. M.L. Sandberg-Crommelin, rechter, en is vastgesteld op 14 februari 2023.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Team Jeugd- en Zorgrecht
Zaak-/rekestnr.: C/09/642197 / FA RK 23-807
Datum beschikking: 9 februari 2023

Wijziging van de machtiging tot het verlenen van verplichte zorg / referte

Beschikkingnaar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het wijzigen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 8:12 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[betrokkene01]

hierna te noemen: betrokkene,
geboren op [geboortedatum01] 2005 te [geboorteplaats01] ,
wonende te [woonplaats01] ,
thans verblijvende in de accommodatie [verblijfplaats01] ,
advocaat: mr. J. Oversluizen te Rotterdam.

ProcesverloopBij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 3 februari 2023, heeft de officier van justitie verzocht om wijziging van de zorgmachtiging, zoals die op 21 oktober 2022 ten aanzien van betrokkene is afgegeven.

De officier van justitie heeft verzocht om de zorgmachtiging te wijzigen/aan te vullen met de volgende vormen van verplichte zorg:
- het insluiten en het uitoefenen van toezicht voor de gehele duur van de zorgmachtiging.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een aanvraag tot wijziging van de zorgmachtiging aan de geneesheer-directeur van 24 januari 2023 door de zorgverantwoordelijke [naam01] , waaruit blijkt dat de zorgverantwoordelijke op 23 januari 2023 heeft besloten tot het verlenen van tijdelijk verplichte zorg;
- een aanvraag aan de officier van justitie van 3 februari 2023 door de geneesheer-directeur [naam02] ;
- een aanvullende medische verklaring van 3 februari 2023 door [naam03] ;
- het aangepast zorgplan van 3 februari 2023.
Op 8 februari 2023 is ter griffie van de rechtbank de referteverklaring van betrokkene ontvangen.
Gelet op de referteverklaring heeft de rechtbank het verzoek niet ter zitting behandeld.

Beoordeling

De rechtbank overweegt ten aanzien van de overgelegde referteverklaring als volgt. In beginsel wordt altijd een zitting gehouden wanneer een betrokkene is opgenomen. Het verzoek wordt in dat geval niet afgedaan met een referteverklaring. In dit geval is er naar het oordeel van de rechtbank sprake van een uitzonderingssituatie. Op dit moment brengt een zitting te veel spanning met zich mee voor betrokkene. Dit heeft enerzijds te maken met de stoornis van betrokkene, te weten een autismespectrumstoornis en emotie-regulatieproblematiek en anderzijds met de diverse overplaatsingen die betrokkene de laatste weken heeft moeten meemaken. Betrokkene is momenteel nog aan het wennen op haar nieuwe plek en heeft baat bij rust en de dagstructuur die haar wordt geboden. Het doorbreken van die dagstructuur acht de rechtbank, afgaand op de inhoud van de stukken en de ontvangen referteverklaring, momenteel te belastend voor betrokkene. Daarbij wordt rekening gehouden met het feit dat het verzoek de zaak af te doen zonder mondelinge behandeling afkomt van de advocaat van betrokkene en het gaat om het toevoegen van twee zorgvormen in een nog lopende machtiging. Deze loopt aanstaande 14 april af en b ij een eventuele verlenging van de zorgmachtiging zal er opnieuw een inhoudelijk toetsmoment zijn, waarbij ook betrokkene weer de gelegenheid zal krijgen om zich daarover uit te laten.
Uit de referteverklaring volgt dat zowel de ouders als de betrokkene als haar advocaat akkoord zijn met toevoeging van de verzochte wijzigingen en akkoord gaan met afdoening op basis van een referteverklaring. Gelet op de inhoud van de stukken en de referteverklaring acht de rechtbank zich voldoende geïnformeerd om op het verzoek te beslissen.
Ten aanzien van betrokkene is op 21 oktober 2022 een zorgmachtiging afgegeven. Uit de aanvraag van de zorgverantwoordelijke, welke door de geneesheer-directeur is ingediend vergezeld van zijn advies hierover, blijkt dat de in deze zorgmachtiging genoemde vormen van verplichte zorg niet (langer) volstaan, waardoor er sprake is van een (dreigende) noodsituatie als bedoeld in artikel 8:11 Wvggz.
Betrokkene loopt weg terwijl zij suïcidaal is. Bij het terugbrengen naar de instelling is er een worsteling ontstaan waarbij betrokkene behandelaren heeft verwond. Op de afdeling probeert betrokkene de sleutels van behandelaren af te pakken en ontstaan er worstelingen waarbij betrokkene gericht schopt en slaat.
Teneinde deze noodsituatie af te wenden heeft de zorgverantwoordelijke, bij wijze van tijdelijke maatregel, de volgende vormen van verplichte zorg toegepast:
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene.
Gebleken is dat deze vormen van zorg, die niet zijn opgenomen in de zorgmachtiging, moeten worden voortgezet althans voorzienbaar is dat het nodig kan zijn om deze vormen van zorg weer toe te passen. Betrokkene is al langer bekend met een aanhoudende doodswens. Zij verblijft momenteel niet langer op de high intensive care, een gesloten afdeling, maar op een open afdeling van [verblijfplaats01] . Het is lastig en spannend voor betrokkene dat zij ergens verblijft waar de deur open is. Wanneer de doodwens opspeelt, heeft betrokkene de neiging om weg te lopen en zichzelf iets aan te doen. In het toestandsbeeld dat dan ontstaat is betrokkene namelijk niet meer voor rede vatbaar. Op die momenten kan het noodzakelijk zijn om betrokkene in te sluiten en toezicht uit te oefenen. Het is mogelijk dat betrokkene zich dan zal verzetten tegen deze aanvullende vormen van verplichte zorg.
Gebleken is echter dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde met de zorgmachtiging beoogde effect hebben. De voorgestelde gewijzigde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief en veilig. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van deze zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande is met de voorgestelde wijziging voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. Het verzoek zal dan ook worden toegewezen voor de duur van de zorgmachtiging, aldus dat de vormen van verplichte zorg worden uitgebreid met:
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene.
Betrokkene heeft begrepen dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van een zorgmachtiging op grond van artikel 8:9 Wvggz pas kan beslissen tot het verlenen van de verschillende vormen van verplichte zorg nadat hij zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van de betrokkene, met de betrokkene overleg heeft gevoerd over de voorgenomen beslissing en, voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

Beslissing

De rechtbank:
wijzigt de op 21 oktober 2023 verleende zorgmachtiging ten aanzien van:

[betrokkene01]

geboren op [geboortedatum01] 2005 te [geboorteplaats01] ,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 21 april 2023.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.L. Sandberg-Crommelin, rechter, bijgestaan door
mr. K.D. van den Berg als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 9 februari 2023.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 14 februari 2023.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.