ECLI:NL:RBDHA:2023:18757

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 december 2023
Publicatiedatum
4 december 2023
Zaaknummer
09/041720-23
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot ontvoering met onvoldoende bewijs voor medeplegen of medeplichtigheid

Op 4 december 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van poging tot ontvoering van een slachtoffer op 10 februari 2023 in Zoetermeer. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was voor medeplegen of medeplichtigheid aan de poging tot ontvoering. De verdachte was niet aanwezig tijdens de uitvoering van het misdrijf en zijn bijdrage aan de poging tot ontvoering was niet van voldoende gewicht om te spreken van een nauwe en bewuste samenwerking. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het primair ten laste gelegde en ook van het subsidiair ten laste gelegde, omdat het opzet op het gronddelict niet kon worden bewezen. De benadeelde partij, het slachtoffer, had zich gevoegd in het strafproces en vorderde schadevergoeding, maar de rechtbank verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering, aangezien de verdachte van het feit waarop de vordering betrekking heeft, werd vrijgesproken. De kosten van de verdediging tegen de vordering werden begroot op nihil.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/041720-23
Datum uitspraak: 4 december 2023
Tegenspraak
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1992 te [geboorteplaats] ,
[adres] ,
ten tijde van het onderzoek ter terechtzitting gedetineerd in de penitentiaire [inrichting] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 26 mei 2023, 23 augustus 2023
(alle pro forma) en 20 november 2023 (inhoudelijke behandeling).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. B.A.C. Looijestijn en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsman mr. D. Fontein naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is- na nadere omschrijving van de tenlastelegging op de terechtzitting van 20 november 2023 - ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 10 februari 2023 te Zoetermeer, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid te beroven en/of beroofd te houden,
- op zijn mobiele telefoon verschillende (afgelegen) parken/plaatsen in Nederland heeft opgezocht en/of heeft gezocht naar “martel materiaal”,
- [slachtoffer] uit heeft genodigd voor een ontmoeting (op een afgelegen (parkeer)plaats),
- een (vlucht)auto, te weten een Renault Capture, naar Nederland heeft gereden en die vervolgens met valse/gestolen kentekenplaten binnen enkele kilometers van de ontmoetingsplaats heeft neergezet,
- met een bestelbus, te weten een Fiat Ducato, en een auto, te weten een Renault Clio, gezamenlijk vanuit België naar Nederland is gereden,
- in die bestelbus (geprepareerde) tiewraps, (vijf) (scheur)overallen en een verduisterde/donkere (ski)bril klaar heeft gelegd,
- de ontmoeting met [slachtoffer] heeft laten plaatsvinden op een afgelegen (parkeer)plaats,
- via berichten en telefoongesprekken onderling (middels drie telefoons, respectievelijk in gebruik bij [medeverdachte 1] , iemand in de bestelbus en iemand in de Renault Clio) contact heeft gehouden over (het moment en/of de wijze van) de uitvoering van het (voorgenomen) misdrijf tegen [slachtoffer] ,
- met [slachtoffer] langs de bestelbus is gelopen,
- [slachtoffer] onderuit heeft geschopt, heeft geslagen tegen het hoofd en/of het lichaam, en/of heeft geschopt tegen het hoofd en/of het lichaam en/of een nekklem aan te leggen, en/of
- [slachtoffer] in de bus heeft getrokken/geduwd, en/of daarbij heeft geprobeerd tiewraps om de polsen van [slachtoffer] te doen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden,
[medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] op of omstreeks 10 februari 2023 te Zoetermeer, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door die personen voorgenomen misdrijf om opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid te beroven en/of beroofd te houden,
- op zijn mobiele telefoon verschillende (afgelegen) parken/plaatsen in Nederland heeft opgezocht en/of heeft gezocht naar “martel materiaal”,
- [slachtoffer] uit heeft genodigd voor een ontmoeting (op een afgelegen (parkeer)plaats),
- een (vlucht)auto, te weten een Renault Capture, naar Nederland heeft gereden en die vervolgens met valse/gestolen kentekenplaten binnen enkele kilometers van de ontmoetingsplaats heeft neergezet,
- met een bestelbus, te weten een Fiat Ducato, en een auto, te weten een Renault Clio, gezamenlijk vanuit België naar Nederland is gereden,
- in die bestelbus (geprepareerde) tiewraps, (vijf) (scheur)overallen en een verduisterde/donkere (ski) bril klaar heeft gelegd,
- de ontmoeting met [slachtoffer] heeft laten plaatsvinden op een afgelegen (parkeer)plaats,
- via berichten en telefoongesprekken onderling (middels drie telefoons, respectievelijk in gebruik bij [medeverdachte 1] , iemand in de bestelbus en iemand in de Renault Clio) contact heeft gehouden over (het moment en/of de wijze van) de uitvoering van het (voorgenomen) misdrijf tegen [slachtoffer] ,
- met [slachtoffer] langs de bestelbus is gelopen,
- [slachtoffer] onderuit heeft geschopt, heeft geslagen tegen het hoofd en/of het lichaam, en/of heeft geschopt tegen het hoofd en/of het lichaam en/of een nekklem aan te leggen, en/of
- [slachtoffer] in de bus heeft getrokken/geduwd, en/of daarbij heeft geprobeerd tiewraps om de polsen van [slachtoffer] te doen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 10 februari 2023 te Brussel, althans in België en/of te Zoetermeer, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door
- een (vlucht)auto, te weten een Renault Capture, naar Nederland te rijden en die vervolgens met valse/gestolen kentekenplaten binnen enkele kilometers van de ontmoetingsplaats neer te zetten,
- een auto, te weten een Renault Clio, vanuit België naar Nederland te rijden,
- een bestelbus, te weten een Fiat Ducato, te (laten) huren,
- via berichten en telefoongesprekken onderling (middels drie telefoons, respectievelijk in gebruik bij [medeverdachte 1] , iemand in de bestelbus en iemand in de Renault Clio) contact te houden over (het moment en/of de wijze van) de uitvoering van het (voorgenomen) misdrijf tegen [slachtoffer] ,
- met de auto, te weten de Renault Clio, op het afgesproken moment naar de ontmoetingsplaats met [slachtoffer] te rijden.

3.De bewijsbeslissing

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde. De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaar, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit.
3.3.
De beoordeling van de tenlastelegging
Vaststelling van feiten
Op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting gaat de rechtbank uit van de volgende feiten en omstandigheden.
Op 10 februari 2023 omstreeks 20:45 uur hebben drie mannen [slachtoffer] geprobeerd te ontvoeren door hem met grof geweld in een bestelbus, een Fiat Ducato met Belgisch kenteken, te trekken. Dit vond plaats in het Prielenbos aan de Aziëweg in Zoetermeer, dat ligt in een recreatiegebied. Tijdens hun worsteling met [slachtoffer] werden de mannen verrast door toevallig passerende fietsers, die meteen de politie hebben gebeld. Deze was snel ter plaatse en heeft de mannen kunnen aanhouden. De mannen waren Y. [medeverdachte 1] , met wie [slachtoffer] in het Prielenbos een afspraak had, [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] . [slachtoffer] is gewond naar het ziekenhuis gebracht en heeft aangifte gedaan.
Een andere politie-eenheid, die ook op de melding was aangekomen, zag op de Aziëweg een Renault Clio met Belgisch kenteken rijden. Deze trok de aandacht van de politie, gelet op tijdstip en locatie en het kenteken, en de Renault Clio werd staande gehouden. In de auto zaten A. [medeverdachte 5] als bestuurder en de tweelingbroers [verdachte] en [medeverdachte 6] als passagiers. Zij zijn aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij de poging tot ontvoering van [slachtoffer] .
In het daarop volgende opsporingsonderzoek hebben mobiele telefoons een grote rol gespeeld. Van belang zijn met name vier telefoons, te weten een Samsung Galaxy A12 die is aangetroffen in een opbergvak achter de bestuurdersstoel van de Renault Clio, een Samsung A04 die is aangetroffen in een wildrooster ter hoogte van de plek waar de worsteling met [slachtoffer] had plaatsgevonden, een Samsung A13 die is aangetroffen in de Fiat Ducato en een Samsung GT-E1207Y die is aangetroffen bij de fouillering van [verdachte] .
Tussen deze telefoons is contact geweest. Met de Samsung Galaxy A12 is ten tijde van de poging tot ontvoering gebeld naar de Samsung A13. Met de Samsung GT-E1207Y is drie keer gebeld naar de Samsung A12. Met de Samsung A12 is op 10 februari 2023 een chatgesprek gevoerd met de gebruiker van de Samsung A04, waarin door die laatste onder meer is gezegd “ze moeten niks doen tot ik langs die busje loop”. Dit past bij de aangifte van [slachtoffer] , die heeft verklaard dat hij met [medeverdachte 1] langs de Fiat Ducato liep toen de schuifdeur openging en men hem probeerde naar binnen te trekken. [medeverdachte 5] heeft met een telefoon die hij naar eigen zeggen heeft weggegooid, op 10 februari 2023 contact gehad met de gebruiker van de Samsung Galaxy A12. In dit gesprek zegt deze laatste dat [medeverdachte 5] moet opschieten, dat er om 20:00 uur een afspraak is in Zoetermeer, en dat “dat hoerenkind” niet moet worden misgelopen.
Op de Samsung A12 is een DNA-profiel aangetroffen dat afkomstig kan zijn van [medeverdachte 6] en/of [verdachte] . Van wie van hen beiden het was (of van allebei) kan op basis van het uitgevoerde onderzoek niet worden vastgesteld, gelet op de overeenkomsten in hun DNA-profiel als ééneiige tweeling.
Ook naar de bewegingen van de voertuigen is onderzoek gedaan. De Renault Clio en de Fiat Ducato zijn op 10 februari 2023 om 19:34 uur onderscheidenlijk 19:35 uur vanuit België bij dezelfde grensovergang Nederland binnengereden. Beide voertuigen hebben vervolgens kort na elkaar hetzelfde traject gereden over de A16. De Fiat Ducato was eerder die dag in Brussel gehuurd door [naam] . Deze heeft het voertuig meteen afgegeven aan derde, die hij op een foto van [medeverdachte 5] heeft herkend.
Op 12 februari 2023 is op circa zes minuten rijden van het Prielenbos een geparkeerde Renault Captur aangetroffen met valse Belgische kentekenplaten. [medeverdachte 6] is in deze auto op 10 februari 2023 om 14:49 uur vanuit België de Nederlandse grens over gereden. Met de Samsung A13 die is aangetroffen in de Fiat Ducato is gezocht naar een kickboxschool die is gevestigd in dezelfde straat als waar de Renault Captur was geparkeerd.
Medeplegen
De rechtbank moet in de eerste plaats de vraag beantwoorden of kan worden bewezen dat de verdachte als medepleger betrokken was bij de poging tot ontvoering van [slachtoffer] .
De rechtbank stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezen verklaard indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking. De bijdrage van de medepleger zal in de regel worden geleverd tijdens het begaan van het strafbare feit in de vorm van een gezamenlijke uitvoering van het feit. Ook geen sprake was van een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht, kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit zal dan van voldoende gewicht moeten zijn. Bij de beoordeling of daaraan is voldaan kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
De rechtbank overweegt dat het dossier aanwijzingen bevat voor enige mate van betrokkenheid van een of meer inzittenden van de Renault Clio bij de poging tot ontvoering van [slachtoffer] . In het oog springt hun aanwezigheid vlakbij de plaats-delict, vlak nadat men daar had geprobeerd [slachtoffer] te ontvoeren, terwijl zij voor hun aanwezigheid daar geen aannemelijke verklaring hebben gegeven. Daarbij komt de Samsung A12, die in de Renault Clio lag en waar DNA van [medeverdachte 6] en/of [verdachte] op zat, waarmee is gecommuniceerd over de ontvoering van [slachtoffer] met de gebruiker van een telefoon die in de Fiat Ducato is aangetroffen. Die Ducato, die mogelijk is gehuurd door [medeverdachte 5] , lijkt ongeveer gelijktijdig hetzelfde traject te hebben afgelegd vanuit België als de Renault Clio, terwijl [medeverdachte 5] eveneens contact heeft gehad met de gebruiker van de Samsung A12.
Wat daarvan ook zij, van medeplegen door een gezamenlijke uitvoering is geen sprake. Toen [slachtoffer] in het busje werd getrokken, was de verdachte daarbij niet aanwezig. De vermeende bijdrage van de verdachte aan de poging tot ontvoering heeft bestaan uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband kunnen worden gebracht.
In de kern zou het immers zijn gegaan om het behulpzaam zijn bij het plegen van het misdrijf en/of het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van het misdrijf. Het dossier bevat onvoldoende informatie om te concluderen dat de materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit van voldoende gewicht is geweest om te spreken van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en anderen. De rechtbank kan op grond van het dossier geen vaststellingen doen over de intensiteit van een eventuele samenwerking, de onderlinge taakverdeling en het belang van de vermeende rol van de verdachte. Reeds daarom zal de rechtbank de verdachte vrijspreken van het primair ten laste gelegde.
Medeplichtigheid
De rechtbank moet vervolgens de vraag beantwoorden of kan worden bewezen dat de verdachte als medeplichtige betrokken was bij de poging tot ontvoering van [slachtoffer] .
Medeplichtigheid is het bevorderen of gemakkelijk maken van andermans strafbaar handelen oftewel het hulp bieden aan de dader bij het begaan van een misdrijf. De rechtbank stelt voorop dat voor de bewezenverklaring van medeplichtigheid aan een misdrijf is vereist dat niet alleen wordt bewezen dat het opzet van de verdachte was gericht op zijn handelingen als medeplichtige, maar ook dat zijn opzet was gericht op het door de dader gepleegde misdrijf (het gronddelict).
Aangezien de officier van justitie niet (ook) medeplegen van medeplichtigheid heeft ten laste gelegd, kan de rechtbank het bewijs van het zogeheten ‘dubbel opzet’ alleen afleiden uit gedragingen die de verdachte zélf heeft verricht. De rechtbank kan uit die gedragingen evenwel niet afleiden dat de verdachte wist van de poging tot ontvoering van [slachtoffer] .
Uit de aanwezigheid van de verdachte op de Aziëweg op dat moment als passagier in de Renault Clio, kan niet worden afgeleid dat hij wist wat zich daar vlakbij zojuist had afgespeeld. Uit het chatgesprek op de Samsung A12 die in die auto lag, kan worden afgeleid dat de gebruiker van die telefoon dat wél wist. Dat de verdachte die gebruiker was, kan echter niet worden vastgesteld. Dat drie keer is uitgebeld met de telefoon die de verdachte op zak had naar de Samsung A04 die op de plaats-delict is aangetroffen, zegt niets over de wetenschap van de verdachte van de poging tot ontvoering van [slachtoffer] , reeds omdat niet is gebleken dat er daadwerkelijk een gesprek tot stand is gekomen.
Opzet op het gronddelict kan dus niet worden bewezen. De rechtbank zal de verdachte daarom ook van het subsidiair ten laste gelegde vrijspreken.

4.De vordering van de benadeelde partij

4.1.
De vordering
[slachtoffer] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert schadevergoeding van € 6.990,80, te vermeerderen met de wettelijke rente en onder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Dit bedrag bestaat uit € 1.990,80 aan materiële schade en € 5.000,00 aan immateriële schade.
4.2.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot hoofdelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij vermeerderd met de wettelijke rente en onder oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
4.3.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij afgewezen dient te worden.
4.4.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering, aangezien
de verdachte van het feit waarop de vordering betrekking heeft, zal worden vrijgesproken.
Dit brengt mee dat de benadeelde partij moet worden veroordeeld in de kosten die de verdachte tot aan deze uitspraak in verband met zijn verdediging tegen die vordering heeft moeten maken. De rechtbank begroot deze kosten op nihil.

5.De beslissing

De rechtbank:
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
bepaalt dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen die vordering gemaakt, begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door
mr. B.W Mulder, voorzitter,
mr. C.M.A. de Koning, rechter,
mr. Y.H.M. de Groot, rechter,
in tegenwoordigheid van mrs. R. Ringeling en
L. Prosperini-Wijngaards griffiers,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 december 2023.