Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam verzoeker] , verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 30 november 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, wiens naam niet is vermeld, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin werd gesteld dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van zijn asielaanvraag. Het bestreden besluit dateert van 26 september 2023.
De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. Tijdens de beoordeling van het verzoek om een voorlopige voorziening heeft de voorzieningenrechter geconstateerd dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL23.30683) die betrekking heeft op het beroep van de verzoeker. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor het treffen van een voorlopige voorziening, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek afgewezen.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van griffier mr. Ż.A. Meinert, en is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.