ECLI:NL:RBDHA:2023:18723
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring asielaanvraag wegens internationale bescherming in Duitsland
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 november 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. F.J.M. Schonkeren, had beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die de asielaanvraag van eiser op 25 oktober 2023 niet-ontvankelijk had verklaard. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 24 november 2023, waarbij eiser en zijn gemachtigde niet verschenen, terwijl de staatssecretaris zich liet vertegenwoordigen door mr. E. de Bonth.
De rechtbank oordeelde dat de staatssecretaris terecht had vastgesteld dat eiser internationale bescherming geniet in Duitsland, waar hij sinds 30 april 2016 een asielvergunning heeft. De rechtbank benadrukte dat een asielaanvraag alleen niet-ontvankelijk kan worden verklaard als de vreemdeling een sterke band heeft met het derde land, wat in dit geval Duitsland was. De rechtbank concludeerde dat de enkele aanwezigheid van familieleden in Nederland niet voldoende was om te stellen dat eiser een sterkere band met Nederland had.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees erop dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter mr. J.F.I. Sinack in aanwezigheid van griffier mr. R. de Mul. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.