ECLI:NL:RBDHA:2023:18673

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 november 2023
Publicatiedatum
4 december 2023
Zaaknummer
NL23.23583 en NL23.23585
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaken

In de zaak tussen de verzoekers en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 28 november 2023 uitspraak gedaan. De verzoekers, die asiel hebben aangevraagd, hebben tegen de besluiten van de staatssecretaris beroep ingesteld. Daarnaast hebben zij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat de rechtsgevolgen van de bestreden besluiten opgeschort zouden worden totdat er op het beroep is beslist. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, omdat er op dezelfde dag in andere zaken (NL23.23582 en NL23.23584) al een beslissing is genomen op de beroepen die verband houden met deze verzoeken. Hierdoor zijn de verzoeken om een voorlopige voorziening als kennelijk ongegrond afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.23583 en NL23.23585

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoekers] , verzoekers

V-nummers: [V-nr.'s]
(gemachtigde: mr. J.J.J. Jansen),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij afzonderlijke besluiten van 15 augustus 2023 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de asielaanvragen van verzoekers afgewezen.
Verzoekers hebben tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Zij hebben verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, inhoudende dat de rechtsgevolgen van het bestreden besluit worden opgeschort totdat er op het beroep is beslist.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag in de zaken met nummers NL23.23582 en NL23.23584 heeft de rechtbank beslist op de beroepen waarop deze verzoeken om een voorlopige voorziening betrekking hebben. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. Om die reden worden de verzoeken als kennelijk ongegrond afgewezen.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.