ECLI:NL:RBDHA:2023:18665

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 november 2023
Publicatiedatum
4 december 2023
Zaaknummer
NL22.25601
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening en proceskostenvergoeding in vreemdelingenzaak

In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van de verzoeker behandeld. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J.A. Pieters, heeft een aanvraag ingediend voor uitstel van vertrek uit Nederland, welke door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is afgewezen. De afwijzing van de aanvraag vond plaats met een besluit op 13 december 2022, en het bezwaar tegen deze afwijzing werd bij het bestreden besluit van 12 mei 2023 gehandhaafd. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld.

Tijdens de zitting op 24 oktober 2023 heeft de voorzieningenrechter het verzoek behandeld, waarbij ook een tolk, S. Andresian, aanwezig was. De verzoeker heeft aangevoerd dat hij niet in staat is het griffierecht te betalen, waarop de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat verzoeker aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet over voldoende middelen beschikt. Hierdoor is verzoeker vrijgesteld van het betalen van griffierecht.

Echter, gezien de uitspraak van dezelfde rechtbank op 27 november 2023 in een ander beroep (zaaknummer NL23.16705), is de voorzieningenrechter van mening dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt dan ook afgewezen. De voorzieningenrechter heeft de Staatssecretaris wel veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan verzoeker, vastgesteld op € 837,-, omdat de gemachtigde van verzoeker een verzoekschrift heeft ingediend. De uitspraak is openbaar gemaakt op 27 november 2023, en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL22.25601
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], V-nummer: [V-nummer] , verzoeker (gemachtigde: mr. J.A. Pieters),
en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris (gemachtigde: mr. S. Aboulouafa).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker om niet te worden uitgezet zolang niet op zijn beroep is beslist.
1.1.
De staatssecretaris heeft de aanvraag van verzoeker om uitstel van vertrek uit Nederland met het besluit van 13 december 2022 afgewezen. Met het besluit van
12 mei 2023 (het bestreden besluit) op het bezwaar van verzoeker is de staatssecretaris bij de afwijzing van de aanvraag gebleven. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 24 oktober 2023 op een zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, de gemachtigde van verzoeker,
S. Andresian als tolk en de gemachtigde van de staatssecretaris.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Verzoeker heeft gesteld dat hij niet genoeg geld heeft om het griffierecht te betalen en daarom heeft hij gevraagd om een vrijstelling daarvan. De voorzieningenrechter beslist dat verzoeker aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet voldoende inkomen of vermogen heeft om het griffierecht te betalen. Daarom hoeft verzoeker geen griffierecht te betalen.
3. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL23.16705, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
4. Gelet op de uitkomst in het beroep, veroordeelt de voorzieningenrechter de staatssecretaris wel in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter vast op € 837,- omdat de gemachtigde van verzoeker een
verzoekschrift heeft ingediend. Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst het verzoek om voorlopige voorziening af;
  • veroordeelt de staatssecretaris tot betaling van € 837,- aan proceskosten aan verzoeker.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. Spelt, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E. Kersten, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
27 november 2023

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.