ECLI:NL:RBDHA:2023:18662

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 december 2023
Publicatiedatum
4 december 2023
Zaaknummer
NL23.27965
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek om proceskostenvergoeding in asielzaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 december 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om proceskostenvergoeding van een asielzoeker, geboren op een onbekende datum en van Somalische nationaliteit, die vertegenwoordigd werd door mr. M. Spapens. De verzoeker had op 4 september 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag, die op 16 mei 2022 was ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 17 oktober 2023 de asielaanvraag ingewilligd, waarna de verzoeker zijn beroep heeft ingetrokken en om een vergoeding van proceskosten heeft verzocht.

De rechtbank heeft de staatssecretaris in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenvergoeding. De staatssecretaris heeft aangegeven bereid te zijn om de proceskosten te vergoeden tot een bedrag van € 418,50. De rechtbank heeft vervolgens, zonder zitting, uitspraak gedaan op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris in een eerder bericht heeft toegezegd de proceskostenvergoeding aan de verzoeker te betalen.

De rechtbank heeft de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker tot een bedrag van € 418,50, gebaseerd op de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb en het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb). Deze uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, in aanwezigheid van F.Q. Peters, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.27965

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] , verzoeker

geboren op [geboortedatum] ,
van Somalische nationaliteit,
V-nummer: [nummer] ,
(gemachtigde: mr. M. Spapens),
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de staatssecretaris.

Procesverloop

Verzoeker heeft op 4 september 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag van 16 mei 2022.
Bij besluit van 17 oktober 2023 heeft de staatssecretaris de asielaanvraag van verzoeker ingewilligd.
Verzoeker heeft vervolgens het beroep ingetrokken en verzocht om een vergoeding van proceskosten.
De rechtbank heeft de staatssecretaris in de gelegenheid gesteld te reageren op dat verzoek. De staatssecretaris heeft hierop gereageerd. De staatssecretaris is bereid de proceskosten voor het indienen van het beroep niet tijdig beslissen in onderhavige procedure te vergoeden tot een bedrag van € 418,50.

Overwegingen

1. De rechtbank doet met toepassing van artikel 8:54, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. De veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in de artikelen 8:75 en 8:75a van de Awb en nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).
3. Als een beroep wordt ingetrokken, omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoet gekomen, kan de rechtbank op verzoek van de indiener dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak veroordelen in de proceskosten. Dat is geregeld in artikel 8:75a van de Awb.
4. Gelet op de gedingstukken en het hiervoor weergegeven procesverloop is de staatssecretaris tegemoet gekomen aan het beroep van verzoeker.
5. De rechtbank stelt vast dat de staatssecretaris in het bericht van 2 november 2023 heeft toegezegd de proceskostenvergoeding aan verzoeker te zullen betalen. De rechtbank zal daarom de staatssecretaris veroordelen in de proceskosten tot een bedrag van € 418,50 (1 punt voor het indienen van het beroepschrift ter waarde van € 837,- en wegingsfactor 0,5).

Beslissing

De rechtbank veroordeelt de staatssecretaris in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 418,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.H. de Groot, rechter, in aanwezigheid van F.Q. Peters, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.