ECLI:NL:RBDHA:2023:18650
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende tijdelijke bescherming
In de zaak tussen een verzoeker van Marokkaanse nationaliteit en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 december 2023 uitspraak gedaan. De verzoeker had een verzoek om voorlopige voorziening ingediend tegen het besluit van 17 augustus 2023, waarin hem werd meegedeeld dat zijn recht op tijdelijke bescherming, zoals bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG, zou eindigen op 4 september 2023. De verzoeker heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 21 november 2023, waar de gemachtigden van zowel de verzoeker als de verweerder aanwezig waren. Tijdens deze zitting is het verzoek om voorlopige voorziening behandeld, samen met het beroep dat onder zaaknummer NL23.26592 liep. De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat, gezien de uitspraak die op dezelfde dag is gedaan in de andere zaak, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. A.W. Wassink, in aanwezigheid van mr. Y. van Wijk als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.