Uitspraak
Rechtbank den haag
[erflater01], geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1976, overleden te [plaats01] op [datum overlijden01] 2022, hierna te noemen: erflater.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 15 februari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot vernietiging van de beneficiaire aanvaarding van de nalatenschap van een erflater, die op 2022 is overleden. De verzoeker, het enige kind van de erflater, heeft de nalatenschap op 23 augustus 2022 beneficiair aanvaard, maar verzoekt nu om deze aanvaarding te vernietigen. Hij stelt dat de beneficiaire aanvaarding onevenredig nadelige gevolgen voor hem heeft, onder andere door bedreigingen die hij heeft ontvangen van derden bij het betreden van het appartement dat tot de nalatenschap behoort. De kantonrechter heeft vastgesteld dat verzoeker bevoegd is om het verzoek in te dienen, maar dat de analoge toepassing van artikel 4:190 lid 4 BW niet kan worden gehonoreerd, omdat de wet geen ruimte biedt voor vernietiging op basis van dwaling of benadeling van schuldeisers. De kantonrechter heeft het verzoek tot vernietiging van de beneficiaire aanvaarding afgewezen, maar heeft wel de benoeming van een vereffenaar overwogen. De gemachtigde van verzoeker heeft aangegeven dat mr. A.C. de Bakker bereid is om als vereffenaar op te treden. De kantonrechter heeft dit verzoek toegewezen en mr. A.C. de Bakker benoemd als vereffenaar in de nalatenschap van de erflater.