Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
- de schriftelijke reactie van de rechters van 30 maart 2023.
2.Het wrakingsverzoek
voorlopig oordeelis, doet er volgens verzoeker niet aan af dat de rechtbank al een inhoudelijke beslissing heeft genomen over vragen waarover zij pas later, in de derde fase van de strafzaak (de fase van beraadslagen en oordeelsvorming, die volgt op de (tweede) fase waarin de verweren worden gevoerd) mag oordelen. Daarmee staat het eindoordeel van de rechtbank vast, zeker nu het dossier compleet is en alle onderzoekswensen van verzoeker zijn afgewezen. Verzoeker zal, nu er niets meer aan het dossier wordt toegevoegd en zijn onderzoekswensen zijn afgewezen, immers niet kunnen beschikken over meer of andere informatie om de rechtbank in de tweede en derde fase van de strafzaak op andere gedachten te brengen. Door de beslissing van de rechtbank op de onderzoekswensen van verzoeker staat het voor hem al vast dat de uitspraak van de rechtbank gelijk zal zijn aan haar voorlopig oordeel dat is vervat in de beslissing op de onderzoekswensen.