ECLI:NL:RBDHA:2023:18625

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
16 maart 2023
Publicatiedatum
1 december 2023
Zaaknummer
C/09/643695/KG RK 23-302 en C/09/643700/KG RK 23-303
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van rechters in civiele zaken na einduitspraak

In deze zaak heeft de verzoeker, die eerder wrakingsverzoeken heeft ingediend tegen twee kantonrechters, opnieuw een verzoek tot wraking ingediend. Dit verzoek betreft de rechters die eerder hebben beslist op zijn wrakingsverzoeken. De wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag heeft op 16 maart 2023 geoordeeld dat het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk is, omdat de rechters al een einduitspraak hebben gedaan in de betreffende zaken. De verzoeker had eerder op 28 december 2022 en 17 januari 2023 wrakingsverzoeken ingediend, die beide niet-ontvankelijk zijn verklaard door verschillende rechters. De wrakingskamer oordeelt dat de wet geen mogelijkheid biedt voor wraking na een einduitspraak en dat het verzoeker lijkt te zijn om het proces te frustreren, wat leidt tot de conclusie dat er sprake is van misbruik van het wrakingsmiddel. De wrakingskamer heeft daarom besloten dat toekomstige wrakingsverzoeken in deze zaken niet meer in behandeling zullen worden genomen. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Wrakingskamer
wrakingnummers 2023/40 en 2023/41
zaak- /rekestnummers: C/09/643695 / KG RK 23-302 en C/09/643700 / KG RK 23-303
Beslissing van 16 maart 2023
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoeker] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: verzoeker,
strekkende tot de wraking van
in de zaak met zaak-/rekestnummer C/09/643695 / KG RK 23-302
mrs. M.J. Alt-van Endt, S.M. Krans en A.M.A. Keulen,
rechters in deze rechtbank,
in de zaak met zaak-/rekestnummer C/09/643700 / KG RK 23-303
mrs. S.M. Krans, M. Kramer en R. Cats,
rechters in deze rechtbank.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het per e-mail van 2 maart 2023 ingediende wrakingsverzoek.
1.2.
Het wrakingsverzoek heeft betrekking op twee verschillende zaken (zoals hierna wordt toegelicht). In deze beslissing wordt in beide zaken beslist.

2.Het wrakingsverzoek

2.1.
Op 28 december 2022 heeft verzoeker een verzoek tot wraking van een kantonrechter ingediend. Dit verzoek is bij beslissing van 5 januari 2023 door mrs. S.M. Krans, M. Kramer en R. Cats niet-ontvankelijk verklaard (zaak met kenmerk C/09/640402 / KG RK 22-1573).
2.2.
Op 17 januari 2023 heeft verzoeker een verzoek tot wraking van een andere kantonrechter ingediend. Dit verzoek is bij beslissing van 31 januari 2023 door mrs. M.J. Alt-van Endt, S.M. Krans en A.M.A. Keulen niet-ontvankelijk verklaard, waarbij ook is bepaald dat een volgend verzoek tot wraking in de zaak waarin het wrakingsverzoek was ingediend niet in behandeling zal worden genomen (zaak met kenmerk C/09/641476 / KG RK 23-81).
2.3.
Het op 2 maart 2023 ingediende verzoek strekt tot wraking van de rechters die de onder 2.1 en 2.2 genoemde beslissingen hebben genomen.
2.4.
In het wrakingsverzoek van 2 maart 2023 staat het volgende:
“Na bestudering van de twee beslissingen met het team van advocaten die voor mij werken, komen we tot de conclusie dat we deze beslissingen niet kunnen aanvaarden.
Daarom zijn wij genoodzaakt te verzoeken dat beide zaken door een andere "wraking commissie" worden behandeld. Met het verzoek dat er een hoorzitting komt om duidelijker te maken wat onze twijfels zijn. Vanwege de ernstige problemen die aanwezig zijn, kunnen we geen "snelle oplossing" van deze twee "zaken "accepteren.
Bijvoorbeeld in het tweede geval, hoe kon zo makkelijk worden geaccepteerd dat alles in orde is, wanneer en gedreigd wordt door een gerechtsdeurwaarder, ( aangifte Politie), of in het eerste geval werd ik veroordeeld tot het betalen van de proceskosten wanneer dit volgens de wet niet kon worden gedaan omdat er binnen 14 dagen voor de dagvaarding geen wik-brief was verzonden.
Ik zal op korte termijn een officier van de NAVO zijn. Ik word gescreend door de A.i.v.d. om na te gaan of ik wel of niet taken kan uitvoeren waarbij de veiligheid van honderden personen in gevaar kan komen.
Om dezelfde reden ben ik van mening dat ook het werk van een rechter boven alle mogelijke twijfels correct moet zijn.
Tenslotte ,om te lezen dat, voor het tweede geval, niet zal worden beschouwd als een tweede "Wraking-procedure", blijven wij " zonder worden".
Het zijn de regels en de wet die ons de mogelijkheid geven om dit te doen. Ik hoop dat er geen intenties waren om de regels te veranderen... want dat kan echt "tegen de wet" zijn.
Om die redenen hebben we geen andere mogelijkheden om de wraking kamer die deze zaken heeft behandeld te wraken en een "nieuwe behandeling" te vragen aan een kamer, hopelijk in overeenstemming met de wet. En rules.
Hoogachtend,
[verzoeker]
P.S.: Ons antwoord op 15 maart, voor wat betreft de "laatste zaak" zal zijn: We hebben u gewraakt..Dit is mijn recht om te doen en ik zal het doen.
N.B: I am still under procedure of " screening" by the Netherlands Intelligence ( A.i.v.d) and other " security organizations " European and not.
For those reasons, I request to handle this request " with the greatest confidently" possible.
Thank you in advance.”

3.De beoordeling

3.1.
Zoals onder 2.1 en 2.2 is weergegeven, is in beide zaken waarin het wrakingsverzoek is ingediend al einduitspraak gedaan. De wet voorziet niet in de mogelijkheid van wraking nadat einduitspraak is gedaan. Om die reden kan verzoeker niet in het wrakingsverzoek worden ontvangen. Voor een behandeling van het verzoek ter terechtzitting bestaat geen reden. Het in de wet opgenomen recht op een mondelinge behandeling is door de wetgever bedoeld voor het debat over de gegrondheid van het verzoek, maar aan dat debat wordt gezien het vorenstaande niet toegekomen.
3.2.
Verzoeker heeft al meerdere wrakingsverzoeken gedaan die geen van alle zijn gehonoreerd. Mede gezien de inhoud van het wrakingsverzoek gebruikt verzoeker naar het oordeel van de wrakingskamer het middel van wraking voor een ander doel dan waarvoor het is gegeven of met geen ander doel dan de voortgang van de procedure te frustreren. Daarmee is sprake van misbruik. De wrakingskamer zal daarom bepalen dat een volgend verzoek tot wraking in de onder 2.1 en 2.2 genoemde zaken niet meer in behandeling zal worden genomen.

4.De beslissing

De wrakingskamer
4.1.
verklaart het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk;
4.2.
bepaalt dat een volgend wrakingsverzoek in de onder 2.1 en 2.2 genoemde zaken niet meer in behandeling zal worden genomen;
4.3.
beveelt dat (een afschrift van) deze beslissing met inachtneming van het bepaalde bij artikel 39, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt toegezonden aan:
  • verzoeker;
  • de rechters zoals vermeld in de kop van deze beslissing.
Deze beslissing is gegeven door mrs. J.E. Bierling, E.A.W. Schippers en R.G.C. Veneman, in tegenwoordigheid van de griffier mr. I. Diephuis-Timmer en in het openbaar uitgesproken op 16 maart 2023.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.