ECLI:NL:RBDHA:2023:18611
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen buiten behandelingstelling aanvraag verblijfsvergunning regulier
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de buiten behandeling stelling van zijn aanvraag om een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd. Eiser heeft deze aanvraag ingediend met het doel om als familie- of gezinslid te verblijven bij zijn partner. De staatssecretaris heeft de aanvraag van eiser met het besluit van 14 december 2022 niet in behandeling genomen. Eiser heeft daartegen bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar is door de staatssecretaris ongegrond verklaard in een besluit van 4 mei 2023.
De rechtbank heeft het beroep op 24 oktober 2023 behandeld, waarbij eiser, zijn gemachtigde, zijn partner en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren. De rechtbank beoordeelt of de staatssecretaris de aanvraag van eiser terecht buiten behandeling heeft gesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep ongegrond is, omdat eiser niet heeft voldaan aan het vereiste dat de aanvraag in persoon moet worden ingediend bij een IND-loket. Eiser is tweemaal niet verschenen op de uitnodigingen voor een afspraak bij het IND-loket.
Eiser heeft aangevoerd dat het vereiste voor hem niet geldt omdat hij vrijgesteld zou zijn van het mvv-vereiste op basis van het Besluit 1/80, maar de rechtbank oordeelt dat eiser niet heeft aangetoond dat hij aan deze vrijstelling voldoet. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht de aanvraag buiten behandeling heeft gesteld en dat het beroep ongegrond is. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. N.M. Spelt, rechter, in aanwezigheid van mr. E. Kersten, griffier, en is openbaar gemaakt op 17 november 2023.