ECLI:NL:RBDHA:2023:18605
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter-commissaris in strafzaak
Op 30 juni 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag een verzoek tot wraking afgewezen. Het wrakingsverzoek was ingediend door een verzoeker die zich als verdachte in een strafzaak bevond, met parketnummer 09-049046-23. De verzoeker was van mening dat de rechter-commissaris, mr. M.L. Ruiter, vooringenomen was, omdat deze geen bewijs had beoordeeld tijdens het onderzoek en een beslissing had genomen op basis van onjuiste informatie van de reclassering. Het verzoek tot wraking werd ingediend op 17 mei 2023 en de griffie ontving het op 9 juni 2023. De verzoeker had op 16 juni 2023 aangegeven aanvullende stukken te willen indienen, maar deze waren tot de datum van de beslissing niet ontvangen.
De wrakingskamer oordeelde dat een rechter alleen gewraakt kan worden als er concrete omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar brengen. De verzoeker had niet voldoende bewijs geleverd voor zijn claims van vooringenomenheid. De wrakingskamer benadrukte dat een rechterlijke beslissing op zich geen grond voor wraking kan zijn, en dat het recht op een mondelinge behandeling niet van toepassing was in deze situatie. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking afgewezen en bepaald dat de hoofdzaak voortgezet wordt in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.