ECLI:NL:RBDHA:2023:18558
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake tijdelijke bescherming voor ontheemden
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 december 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. S. Azzaoui, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat zijn recht op tijdelijke bescherming, zoals bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG, zou eindigen op 4 september 2023. Het beroep was geregistreerd onder zaaknummer NL23.30844.
De zitting vond plaats op 27 november 2023, waarbij verzoeker aanwezig was met een tolk in de Engelse taal. De Staatssecretaris werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J. Sinnema. Tijdens de zitting heeft de voorzieningenrechter overwogen dat er inmiddels op het beroep was beslist in de uitspraak van dezelfde dag, zaaknummer NL23.30844. Hierdoor was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van griffier A.P. Kuiters, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.