ECLI:NL:RBDHA:2023:18551
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake tijdelijke bescherming voor een Kameroense vreemdeling
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser, een Kameroense vreemdeling, tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 18 augustus 2023. Dit besluit houdt in dat zijn recht op tijdelijke bescherming, zoals bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG, eindigt op 4 september 2023. De rechtbank heeft het beroep op 27 november 2023 behandeld, maar eiser en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk omdat het beroepschrift te laat is ingediend. De termijn voor het indienen van het beroep begon op 19 augustus 2023 en eindigde op 15 september 2023. Eiser's gemachtigde heeft pas op 4 oktober 2023 beroep ingesteld, wat buiten de wettelijke termijn valt. Eiser's betoog dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is, wordt door de rechtbank verworpen. De rechtbank oordeelt dat de taalbarrière en het ontbreken van een gemachtigde voor rekening en risico van eiser komen.
De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, wat betekent dat de beëindiging van de tijdelijke bescherming in stand blijft. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van griffier A.P. Kuiters, en is openbaar gemaakt via rechtspraak.nl.