Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam], verzoekster
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In de zaak tussen [naam], verzoekster, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 27 november 2023 uitspraak gedaan. Verzoekster had een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de staatssecretaris niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Kroatië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
In de overwegingen van de uitspraak werd vermeld dat de rechtbank in een eerdere uitspraak, zaaknummer NL23.29925, het beroep van verzoekster ongegrond had verklaard. Dit leidde tot de afwijzing van het verzoek om een voorlopige voorziening, aangezien er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, en deze uitspraak is gedaan door mr. S.E. van de Merbel, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.