ECLI:NL:RBDHA:2023:18549
Rechtbank Den Haag
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak met betrekking tot tijdelijke bescherming
Op 1 december 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoeker van Bengalese nationaliteit, die een voorlopige voorziening heeft aangevraagd in verband met zijn recht op tijdelijke bescherming. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 23 augustus 2023 aan de verzoeker medegedeeld dat zijn recht op tijdelijke bescherming, zoals bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG, zou eindigen op 4 september 2023. Tevens had de staatssecretaris de asielaanvraag van de verzoeker buiten behandeling gesteld. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft op 23 november 2023 de zaak behandeld, waarbij de verzoeker niet is verschenen. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. S. Azzaoui. Na beoordeling van de ingediende stukken en de omstandigheden van de zaak, heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat er geen aanleiding is voor het treffen van een voorlopige voorziening. De rechtbank heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en het beroep van de verzoeker ongegrond verklaard. Er is geen proceskostenveroordeling opgelegd.
Deze uitspraak is openbaar gemaakt en is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van griffier A.P. Kuiters. De uitspraak is bekendgemaakt op rechtspraak.nl.