Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam], verzoeker,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Het onderzoek is ter zitting gesloten.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 21 november 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een derdelander uit Oekraïne, had beroep ingesteld tegen de beslissing van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 17 augustus 2023 had medegedeeld dat zijn recht op tijdelijke bescherming zou eindigen op 4 september 2023. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een ordemaatregel te treffen, zodat verweerder zich zou onthouden van uitvoeringshandelingen totdat de rechtbank het beroep had beoordeeld. Het beroep was geregistreerd onder zaaknummer NL23.25179.
Tijdens de zitting op 7 november 2023 hebben beide partijen zich laten vertegenwoordigen door hun gemachtigde. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat het samenhangende beroep ongegrond was verklaard. Tevens is vastgesteld dat verzoeker een asielaanvraag heeft ingediend en dat hij de behandeling daarvan in Nederland mag afwachten. Onder deze omstandigheden was er geen noodzaak voor een voorlopige voorziening of ordemaatregel. De voorzieningenrechter heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing. De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van griffier A.J. van Bruggen.