Uitspraak
Beschikking
[naam01] ,
[naam02] ,
[naam03] ,
Procedure
- het bericht van 15 december 2022 van de bijzondere curator;
- het bericht van 9 januari 2023 van mr. De Milliano ;
- het bericht van 23 januari 2023 van mr. Rijsdam.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 februari 2023 uitspraak gedaan in een verzoekschrift dat op 19 augustus 2021 was ingediend door [naam01], vertegenwoordigd door mr. P.F.D.P. de Milliano. Het verzoek betreft de vernietiging van de erkenning en de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van [naam01] ten aanzien van de minderjarige kinderen, geboren in 2013, 2016 en 2018. De rechtbank heeft in eerdere beschikkingen overwogen dat het belang van de kinderen voorop staat en dat de juridische situatie niet altijd in overeenstemming hoeft te zijn met de feitelijke situatie. De bijzondere curator heeft in zijn verzoeken gesteld dat de belangen van de kinderen zich niet verzetten tegen de vaststelling van het ouderschap van [naam01]. De vrouw, die de moeder van de kinderen is, heeft echter aangegeven dat zij zich niet kan verenigen met dit standpunt en dat de belangen van de kinderen juist in gevaar komen door de erkenning van [naam01] als vader. De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig afgewogen en geconcludeerd dat toewijzing van het verzoek van de bijzondere curator niet in het belang van de kinderen is. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de bestaande relatie tussen de kinderen en [naam03], de huidige juridische vader, en de mogelijke gevolgen van een wijziging in de juridische status. Uiteindelijk heeft de rechtbank de verzoeken van de bijzondere curator afgewezen en de werkzaamheden van de bijzondere curator beëindigd.