ECLI:NL:RBDHA:2023:1848

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 februari 2023
Publicatiedatum
17 februari 2023
Zaaknummer
C/09/616857 / FA RK 21-5688
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek bijzondere curator tot vernietiging erkenning en gerechtelijke vaststelling ouderschap

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 februari 2023 uitspraak gedaan in een verzoekschrift dat op 19 augustus 2021 was ingediend door [naam01], vertegenwoordigd door mr. P.F.D.P. de Milliano. Het verzoek betreft de vernietiging van de erkenning en de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van [naam01] ten aanzien van de minderjarige kinderen, geboren in 2013, 2016 en 2018. De rechtbank heeft in eerdere beschikkingen overwogen dat het belang van de kinderen voorop staat en dat de juridische situatie niet altijd in overeenstemming hoeft te zijn met de feitelijke situatie. De bijzondere curator heeft in zijn verzoeken gesteld dat de belangen van de kinderen zich niet verzetten tegen de vaststelling van het ouderschap van [naam01]. De vrouw, die de moeder van de kinderen is, heeft echter aangegeven dat zij zich niet kan verenigen met dit standpunt en dat de belangen van de kinderen juist in gevaar komen door de erkenning van [naam01] als vader. De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig afgewogen en geconcludeerd dat toewijzing van het verzoek van de bijzondere curator niet in het belang van de kinderen is. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de bestaande relatie tussen de kinderen en [naam03], de huidige juridische vader, en de mogelijke gevolgen van een wijziging in de juridische status. Uiteindelijk heeft de rechtbank de verzoeken van de bijzondere curator afgewezen en de werkzaamheden van de bijzondere curator beëindigd.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 21-5688
Zaaknummer: C/09/616857
Datum beschikking: 14 februari 2023
Bevoegd is de rechter van de woonplaats in Nederland of, bij gebreke daarvan, van het werkelijk
Verblijf van de minderjarige - 265 Rv.
Vernietiging erkenning en gerechtelijke vaststelling vaderschap

Beschikking

I) op het op 19 augustus 2021 ingekomen verzoekschrift van:

[naam01] ,

hierna: [naam01] ,
wonende te [woonplaats01] , gemeente [gemeente01] ,
advocaat: mr. P.F.D.P. de Milliano te Katwijk.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:

[naam02] ,

hierna: de vrouw,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. L. Rijsdam te Leiden,

[naam03] ,

hierna: [naam03] ,
wonende te [woonplaats02] , en
de minderjarige kinderen:
[minderjarige01] ,geboren op [geboortedatum01] 2013 te [geboorteplaats01] ,
[minderjarige02], geboren op [geboortedatum02] 2016 te [geboorteplaats01] , en
[minderjarige03], geboren op [geboortedatum03] 2018 te [geboorteplaats02] ,
in rechte vertegenwoordigd door [bijzondere curator01], advocaat te [plaats],
in de hoedanigheid van bijzondere curator.
II) op het op 1 november 2022 inkomen verzoekschrift van de bijzondere curator.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
[naam01] voornoemd,
de vrouw voornoemd,
[naam03] voornoemd.

Procedure

De rechtbank heeft in haar beschikking van 24 november 2022 overwogen dat niet uitgesloten is dat, als alle omstandigheden van het geval worden afgewogen, het belang van een kind in een specifieke situatie niet wordt gediend door ‘de juridische situatie in overeenstemming met de feitelijke situatie te brengen’. Het ouderschap kent immers vele feitelijke en juridische facetten. Bovendien kan de sociaalpsychologische en emotionele ontwikkeling van een kind worden verstoord of kan de band met zijn moeder onder druk komen te staan als alsnog het ouderschap van een ander wordt vastgesteld. De in dit verband door de rechtbank te beantwoorden vraag is dus of de belangen van de kinderen zich tegen de gerechtelijke vaststelling van het ouderschap van [naam01] verzetten. De bijzondere curator is in de gelegenheid gesteld om hierop uiterlijk op 15 december 2022 kort schriftelijk te reageren en indien hij dat wenst daaraan zijn standpunt/verzoeken aan te passen. Daarbij is bepaald [naam01] , de vrouw en [naam03] uiterlijk op 15 januari 2023 mogen reageren op het standpunt/de verzoeken van de bijzondere curator en die beschikking. Iedere verdere beslissing ten aanzien van de vernietiging van de erkenning door [naam03] en gerechtelijke vaststelling van het ouderschap van [naam01] is aangehouden.
De rechtbank heeft opnieuw kennis genomen van de stukken, waaronder nu ook:
  • het bericht van 15 december 2022 van de bijzondere curator;
  • het bericht van 9 januari 2023 van mr. De Milliano ;
  • het bericht van 23 januari 2023 van mr. Rijsdam.
Gelet op het belang van deze kwestie voor de moeder is de reactie van mr. Rijsdam, ondanks dat deze strikt genomen te laat is ingediend, wel in de beoordeling betrokken. Hoor en wederhoor zijn hierdoor niet geschonden.

Beoordeling

De bijzondere curator heeft de rechtbank bericht dat hij geen aanleiding ziet om zijn verzoeken te wijzigen of in te trekken. Hij is van mening dat de belangen van de kinderen zich niet verzetten tegen de vaststelling van het ouderschap. De kinderen zien [naam01] als vader en in het ouderschapsplan van 1 oktober 2018 staat dit ook vermeld. Wanneer de rechtbank twijfels heeft over de sociaalpsychologische en emotionele ontwikkeling van de kinderen bij toewijzing van de verzoeken van 31 oktober 2022, dan kan de rechtbank de Raad voor de Kinderbescherming verzoeken hier nader onderzoek naar te doen. De vraag is of dit juridisch juist zou zijn gezien de wettekst en de rechtspraak. Ook zou de vraag daarbij kunnen zijn of de twijfels over de sociaalpsychologische en emotionele ontwikkeling van de kinderen betrekking hebben op vaststelling van het ouderschap of gezag en omgang. Verder blijft er bij een vernietiging van de erkenning door [naam03] een moeder met gezag over, zodat de bijzondere curator van mening is dat dit ook geen af te wegen belang is om de erkenning niet te vernietigen. Op de vraag welke invulling [naam01] en [naam03] aan het ouderschap kunnen geven en wat dit betekent voor de verzoeken antwoordt de bijzondere curator dat er in de praktijk weinig lijkt te veranderen. Het ouderschap wordt toch al op een bepaalde manier ingevuld. De bijzondere curator verwijst daarbij naar de beschikking ondertoezichtstelling van 30 maart 2022 en het verzoekschrift tot ondertoezichtstelling. Er zijn toch meer gezinnen waarbij moeder een nieuwe relatie heeft zonder dat dit een juridische ouder is of wordt omdat deze er al is? Op dit moment geeft hem dat ook geen aanleiding om de verzoeken te wijzigen of in te trekken.
[naam01] heeft aangegeven dat hij zich volledig kan vinden in het verzoek van de bijzondere curator. Hij is reeds vanaf de start van de procedure van mening dat de juridische werkelijkheid overeen dient te komen met de biologische werkelijkheid. Hij vindt het spijtig dat het contact met de kinderen op dit moment minimaal is en hij hoopt dat duidelijkheid omtrent de vaststelling van het vaderschap voor rust zal zorgen tussen de ouders van de kinderen.
De vrouw heeft aangegeven dat zij zich absoluut niet kan verenigen met het standpunt van de bijzondere curator. Zij is van mening dat de belangen van de kinderen zich verzetten tegen de erkenning (naar de rechtbank begrijpt: de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van [naam01] ). Volgens de vrouw hebben partijen destijds bewust de keuze gemaakt om de erkenning van de kinderen door [naam03] te laten plaatsvinden. [naam03] draagt namelijk de dagelijkse verzorging en opvoeding van de kinderen. Door middel van de erkenning kon hij ook het gezag over de kinderen verkrijgen. Hierdoor kan de persoon die dagelijks betrokken is in het leven van de kinderen ook belangrijke beslissingen aangaande de kinderen nemen. Indien de erkenning zou worden vernietigd, zou [naam03] ook geen gezag meer hebben over de kinderen terwijl dit juist zo wenselijk was en is, mede in verband met de ziekte van de vrouw. Daar komt bij dat de vrouw van mening is dat de vernietiging van de erkenning en de vaststelling van het vaderschap juist zal leiden tot meer onrust tussen partijen en daarmee ook nog meer bij de kinderen. [naam01] stelt in de procedure wel dat hij geen procedure met betrekking tot het gezag zal starten, maar dat is wel wat hij telkenmale tegen de vrouw roept als de emoties hoog bij hem oplopen. De vrouw verzoekt met klem om de verzoeken van de bijzondere curator af te wijzen.
De rechtbank is van oordeel dat zij nu over voldoende informatie beschikt om een weloverwogen beslissing in het belang van de kinderen te kunnen nemen. Zij acht een nader raadsonderzoek niet nodig.
De rechtbank heeft in de tussenbeschikking van 24 november 2022 overwogen dat de te beantwoorden vraag is of de belangen van de kinderen zich tegen de gerechtelijke vaststelling van het ouderschap van [naam01] verzetten. De rechtbank is, anders dan de bijzondere curator, van oordeel dat dit het geval is. Zij overweegt hiertoe het volgende.
Nagegaan moet worden wat toewijzing van dit verzoek voor alle betrokkenen concreet betekent. Toewijzing van het verzoek leidt ertoe dat de juridische situatie in overeenstemming wordt gebracht met de biologische werkelijkheid. Vaststaat immers dat [naam01] de biologische vader van de kinderen is. Toewijzing van het verzoek leidt er evenwel ook toe dat een streep wordt gezet door het reeds enige jaren bestaande juridisch ouderschap van [naam03] , de nieuwe partner en echtgenoot van de moeder. De door de bijzondere curator gemaakte vergelijking met de vaker voorkomende situatie dat een nieuwe partner geen juridische ouder kan worden van kinderen omdat er al een juridische ouder is, gaat dus niet op. Het betekent verder dat [naam03] van rechtswege het gezag over de kinderen verliest (art. 1:251 BW). De moeder en [naam03] zijn al enige jaren met elkaar gehuwd en zij zorgen al langere tijd in gezinsverband samen op dagelijkse basis voor de kinderen. Gesteld noch gebleken is dat bij de wijze waarop [naam03] invulling aan zijn ouderrol geeft vraagtekens kunnen worden gezet. [naam03] geeft de kinderen en de moeder, die aan suikerziekte lijdt, een thuisfront. Het juridisch en sociaal ouderschap van [naam03] is hierom voor de kinderen van groot belang. De situatie tussen [naam01] en de moeder en [naam01] en de kinderen is wezenlijk anders. Tussen de moeder en [naam01] bestaat een zeer gespannen verhouding, de moeder is angstig voor het gebrek aan controle dat [naam01] over zichzelf heeft en stelt gemotiveerd een belast verleden met [naam01] te hebben. [naam01] heeft zijn eigen verzoek in de onderhavige procedure ingetrokken. Hij wil geen juridische strijd, omdat hij meent dat dit niet in het belang van de kinderen is en stress geeft. Hij heeft vervolgens wel het verzoek van de bijzondere curator uitdrukkelijk onderschreven. Dit rijmt niet met elkaar. Over de verhouding tussen [naam01] en de kinderen overweegt de rechtbank het volgende. [naam01] heeft te kennen gegeven zijn kinderen graag te willen zien. De kinderen weten dat hij hun biologische vader is en ze noemen hem ook papa. Vaststaat echter dat zij weinig contact hebben met [naam01] en dat het contact dat er is problematisch verloopt. Er zijn maatregelen nodig geweest om de omgang voor de kinderen veilig te laten verlopen, zo blijkt ook uit de beschikking ondertoezichtstelling. De omgang zou nu volgens [naam01] minimaal zijn en volgens de verklaring van de moeder aan de bijzondere curator helemaal zijn gestopt. De verhouding tussen [naam01] en de kinderen is dus helaas verre van optimaal. Aannemelijk is dat de (discussie over de) omgang met [naam01] voor de kinderen en de moeder stressvol is. Als [naam01] de juridische vader van de kinderen wordt, ligt voor hem bovendien, anders dan nu het geval is, de weg open om het gezag over de kinderen te vragen. Dit zal een nieuwe juridische procedure, met veel onrust, voor de moeder en de kinderen betekenen. Het uitgangspunt van de wetgever is immers dat een dergelijk verzoek moet worden toegewezen, tenzij aan een wettelijke uitzondering is voldaan. Zou het gezag worden toegewezen, dan heeft de moeder steeds toestemming van [naam01] nodig om over alle belangrijke kwesties aangaande de kinderen te beslissen, terwijl zij dit nu met haar echtgenoot binnen huiselijke kring kan bespreken. De moeder heeft gesteld dat [naam01] heeft aangekondigd om het gezag te zullen gaan vragen. [naam01] heeft weliswaar in de onderhavige procedure zijn verzoek ingetrokken omdat hij geen juridische strijd wenst, maar hij heeft vervolgens wel het verzoek van de bijzondere curator uitdrukkelijk onderschreven. Gezien de gespannen verhouding tussen de moeder en [naam01] en tussen [naam01] en de kinderen, de ambivalente opstelling van [naam01] in de onderhavige procedure en de wettelijke criteria is de angst van de moeder voor een nieuwe procedure over het gezag en de mogelijke uitkomst daarvan reëel. Anders dan de bijzondere curator en [naam01] veronderstellen/hopen, zal toewijzing van de verzoeken van de bijzondere curator niet tot rust leiden omdat de afstamming dan correct is vastgelegd, maar juist tot (veel) meer onrust. Hiervan worden (ook) de kinderen de dupe. Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogene verzetten de belangen van de kinderen zich dan ook tegen toewijzing van de verzoeken van de bijzondere curator. De rechtbank zal deze verzoeken hierom afwijzen.
Uit de te nemen beslissing volgt dat vertegenwoordiging van de kinderen door de bijzondere curator in deze procedure niet meer nodig is. De rechtbank beschouwt de werkzaamheden van de bijzondere curator voor deze procedure als beëindigd.

Beslissing

De rechtbank:
wijst de verzoeken van de bijzondere curator af;
beschouwt de werkzaamheden van de bijzondere curator voor deze procedure als geëindigd.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.J. Alt-van Endt, rechter, tevens kinderrechter, bijgestaan door mr. I.B. van Angeren als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 14 februari 2023.