ECLI:NL:RBDHA:2023:18477
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening voor derdelander Oekraïne na ongegrondverklaring van beroep tegen beëindiging tijdelijke bescherming
Op 21 november 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker, een derdelander uit Oekraïne, die een voorlopige voorziening had aangevraagd. Dit verzoek volgde op een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat de tijdelijke bescherming van de verzoeker zou eindigen op 4 september 2023. De verzoeker had beroep ingesteld tegen dit besluit, geregistreerd onder zaaknummer NL23.26588, en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat hij het beroep kon afwachten zonder Nederland te hoeven verlaten.
Tijdens de zitting op 7 november 2023, waar de verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, heeft de staatssecretaris het terugkeerbesluit ingetrokken. Desondanks heeft de voorzieningenrechter op dezelfde dag uitspraak gedaan op het samenhangende beroep en dit ongegrond verklaard. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen andere omstandigheden waren die een voorlopige voorziening rechtvaardigden, en heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van griffier A.J. van Bruggen. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open. De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.