ECLI:NL:RBDHA:2023:18477

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 november 2023
Publicatiedatum
30 november 2023
Zaaknummer
NL23.26589
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening voor derdelander Oekraïne na ongegrondverklaring van beroep tegen beëindiging tijdelijke bescherming

Op 21 november 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker, een derdelander uit Oekraïne, die een voorlopige voorziening had aangevraagd. Dit verzoek volgde op een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat de tijdelijke bescherming van de verzoeker zou eindigen op 4 september 2023. De verzoeker had beroep ingesteld tegen dit besluit, geregistreerd onder zaaknummer NL23.26588, en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat hij het beroep kon afwachten zonder Nederland te hoeven verlaten.

Tijdens de zitting op 7 november 2023, waar de verzoeker en zijn gemachtigde aanwezig waren, heeft de staatssecretaris het terugkeerbesluit ingetrokken. Desondanks heeft de voorzieningenrechter op dezelfde dag uitspraak gedaan op het samenhangende beroep en dit ongegrond verklaard. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen andere omstandigheden waren die een voorlopige voorziening rechtvaardigden, en heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.

De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van griffier A.J. van Bruggen. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open. De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.26589

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker,

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. H.A. Limonard),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. A.N. Sap).

Procesverloop

Bij besluit van 18 augustus 2023 heeft verweerder aan verzoeker medegedeeld dat zijn recht op tijdelijke bescherming, als bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG [1] en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 [2] eindigt op 4 september 2023. Daarnaast heeft verweerder verzoeker opgedragen om Nederland binnen vier weken te verlaten en terug te keren naar Turkije (het terugkeerbesluit).
Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening of ordemaatregel te treffen, inhoudende dat verzoeker het beroep mag afwachten. Het beroep is geregistreerd onder zaaknummer NL23.26588.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend waarin is aangegeven dat hij het aan verzoeker opgelegde terugkeerbesluit intrekt.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 7 november 2023 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Ook is een tolk verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Het onderzoek is ter zitting gesloten.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het samenhangende beroep van verzoeker en dat beroep ongegrond verklaard. Nu niet is gebleken van andere omstandigheden om een voorlopige voorziening of ordemaatregel te treffen, wijst de voorzieningenrechter het verzoek daartoe dan ook af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van A.J. van Bruggen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Richtlijn 2001/55/EG betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen.
2.Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad van 4 maart 2022 tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van de Richtlijn, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan.