Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam], verzoekster,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Het onderzoek is ter zitting gesloten.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 21 november 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een derdelander uit Oekraïne, had een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening nadat haar recht op tijdelijke bescherming was beëindigd. Dit besluit was genomen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 23 augustus 2023, waarbij werd medegedeeld dat de tijdelijke bescherming zou eindigen op 4 september 2023. Verzoekster had hiertegen beroep ingesteld, geregistreerd onder zaaknummer NL23.24887, en vroeg de voorzieningenrechter om een ordemaatregel te treffen om te voorkomen dat verweerder uitvoeringshandelingen zou verrichten totdat de rechtbank het beroep had beoordeeld.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 7 november 2023 behandeld. Tijdens de zitting waren zowel verzoekster als verweerder vertegenwoordigd door hun gemachtigden. De rechtbank heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan op het samenhangende beroep van verzoekster, dat ongegrond werd verklaard. Aangezien verzoekster een asielaanvraag had ingediend en de behandeling daarvan in Nederland mocht afwachten, was er volgens de voorzieningenrechter geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening of ordemaatregel. Het verzoek werd dan ook afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van A.J. van Bruggen als griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.