ECLI:NL:RBDHA:2023:18469
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in het bestuursrechtelijke beroep inzake tijdelijke bescherming
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 30 november 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster, een persoon met een V-nummer, had beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat haar recht op tijdelijke bescherming, zoals bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG, zou eindigen op 4 september 2023. Verzoekster verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen in afwachting van de uitkomst van haar beroep.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 24 november 2023 behandeld, samen met een samenhangend beroep (zaaknummer NL23.28197). Tijdens de zitting was de gemachtigde van de verweerder aanwezig. De rechtbank had in de samenhangende zaak reeds uitspraak gedaan en het beroep van verzoekster ongegrond verklaard. Gezien deze uitspraak was de voorzieningenrechter van mening dat er geen noodzaak meer bestond voor een voorlopige voorziening of ordemaatregel. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, in aanwezigheid van mr. J.A. Hessels als griffier. De beslissing is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.