ECLI:NL:RBDHA:2023:18467
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende tijdelijke bescherming
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 30 november 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker die in beroep was gegaan tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het bestreden besluit, dat op 29 augustus 2023 was genomen, meldde de verzoeker dat zijn recht op tijdelijke bescherming, zoals bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG, zou eindigen op 4 september 2023. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 24 november 2023 behandeld, samen met een samenhangende zaak. Tijdens de zitting was de gemachtigde van de verweerder aanwezig. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak, onder zaaknummer NL23.26656, het beroep van de verzoeker ongegrond verklaard. Gezien deze uitspraak was de voorzieningenrechter van mening dat er geen noodzaak meer bestond voor het treffen van een voorlopige voorziening of ordemaatregel. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, in aanwezigheid van mr. J.A. Hessels als griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.