Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam], verzoeker,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Het onderzoek is ter zitting gesloten.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 21 november 2023 uitspraak gedaan in het kader van een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een derdelander uit Oekraïne, had beroep ingesteld tegen de beëindiging van zijn tijdelijke bescherming, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was medegedeeld in een besluit van 23 augustus 2023. De staatssecretaris had aangegeven dat de tijdelijke bescherming zou eindigen op 4 september 2023. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een ordemaatregel, zodat de staatssecretaris zich zou onthouden van uitvoeringshandelingen totdat de rechtbank het beroep had beoordeeld.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 7 november 2023 behandeld. Tijdens de zitting zijn zowel verzoeker als verweerder vertegenwoordigd door hun gemachtigden. De rechtbank heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan op het samenhangende beroep van verzoeker, dat ongegrond is verklaard. Aangezien verzoeker een asielaanvraag heeft ingediend en de behandeling daarvan in Nederland mag afwachten, was er volgens de voorzieningenrechter geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening of ordemaatregel. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
De uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, in aanwezigheid van griffier A.J. van Bruggen, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.