ECLI:NL:RBDHA:2023:18434

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 november 2023
Publicatiedatum
30 november 2023
Zaaknummer
NL23.24260
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening voor derdelander Oekraïne na ongegrondverklaring van beroep tegen beëindiging tijdelijke bescherming

Op 21 november 2023 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker die een voorlopige voorziening had aangevraagd. De verzoeker, een derdelander uit Oekraïne, had eerder beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin hem werd meegedeeld dat zijn recht op tijdelijke bescherming zou eindigen op 4 september 2023. Dit besluit was gebaseerd op de Richtlijn 2001/55/EG en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382.

De verzoeker had op 31 augustus 2023 verzocht om een ordemaatregel, zodat de staatssecretaris zich zou onthouden van uitvoeringshandelingen totdat de rechtbank het beroep had beoordeeld. De zitting vond plaats op 7 november 2023, waar de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was. De staatssecretaris was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde.

In de uitspraak van 21 november 2023 heeft de rechtbank het samenhangende beroep van de verzoeker ongegrond verklaard. Aangezien de verzoeker een asielaanvraag had ingediend en de behandeling daarvan in Nederland mocht afwachten, was er volgens de voorzieningenrechter geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening of ordemaatregel. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd dan ook afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.24260

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam], verzoeker,

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. H.A. Limonard),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: drs. B.H. Wezeman).

Procesverloop

Bij besluit van 22 augustus 2023 heeft verweerder aan verzoeker medegedeeld dat zijn recht op tijdelijke bescherming, als bedoeld in Richtlijn 2001/55/EG [1] en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 [2] eindigt op 4 september 2023.
Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Het beroep is geregistreerd onder zaaknummer NL23.24359.
Op 31 augustus 2023 heeft verzoeker verzocht een ordemaatregel te treffen, inhoudende dat verweerder zich onthoudt van iedere uitvoeringshandeling totdat de rechtbank tot een zorgvuldige beoordeling van het beroep heeft kunnen komen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 7 november 2023 op zitting behandeld. Verzoeker is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Ook is een tolk verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Het onderzoek is ter zitting gesloten.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het samenhangende beroep van verzoeker en dat beroep ongegrond verklaard. Verder staat vast dat verzoeker een asielaanvraag heeft ingediend en de behandeling daarvan in Nederland mag afwachten. Onder deze omstandigheden is een voorlopige voorziening of ordemaatregel niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek dan ook af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. N.M. van Waterschoot, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van A.J. van Bruggen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Richtlijn 2001/55/EG betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen.
2.Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/382 van de Raad van 4 maart 2022 tot vaststelling van het bestaan van een massale toestroom van ontheemden uit Oekraïne in de zin van artikel 5 van de Richtlijn, en tot invoering van tijdelijke bescherming naar aanleiding daarvan.