Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam], verzoeker
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In de zaak tussen [naam], verzoeker, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 24 november 2023 uitspraak gedaan. Verzoeker had op 15 september 2023 een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de staatssecretaris niet in behandeling genomen, omdat Roemenië verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. Hierop heeft verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting.
In de overwegingen van de uitspraak werd opgemerkt dat er op dezelfde dag in een andere zaak (NL23.29437) al een beslissing was genomen op het beroep dat verband hield met het verzoek om een voorlopige voorziening. Hierdoor was het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig en werd het als kennelijk ongegrond afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De voorzieningenrechter, mr. K.M. de Jager, heeft de uitspraak gedaan in aanwezigheid van griffier mr. W. van Loon. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.