Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], V-nummer: [nummer], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 november 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Pakistaanse nationaliteit hebbende Ahmadi, zijn asielaanvraag in Nederland had ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Oostenrijk verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat hij niet veilig kan terugkeren naar Pakistan en vreest voor indirect refoulement bij overdracht aan Oostenrijk. De rechtbank heeft de zaak op 15 november 2023 behandeld, waarbij zowel de eiser als zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de staatssecretaris. De rechtbank overweegt dat de bewijslast voor het aannemelijk maken van een reëel risico op indirect refoulement bij de eiser ligt. Eiser heeft echter niet voldoende bewijs geleverd dat het beschermingsbeleid in Oostenrijk fundamenteel verschilt van dat in Nederland. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat er geen reëel risico op indirect refoulement bestaat en dat de asielaanvraag van eiser ongegrond is verklaard. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een discretionaire bevoegdheid op basis van artikel 17 van de Dublinverordening rechtvaardigen. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.