ECLI:NL:RBDHA:2023:18374
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens onbekende bestemming
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 november 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser. Eiser had op 4 september 2023 een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is, samen met zijn gemachtigde, niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft het beroep vervolgens onmiddellijk behandeld en uitspraak gedaan.
De rechtbank heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser op 27 oktober 2023 met onbekende bestemming uit de opvang is vertrokken en er geen contact meer is met zijn gemachtigde. De rechtbank oordeelt dat eiser kennelijk geen prijs meer stelt op de bescherming die hij aanvankelijk zocht in Nederland. Dit is in lijn met de vaste jurisprudentie van de Afdeling, die vereist dat een vreemdeling zijn gemachtigde op de hoogte houdt van zijn verblijfplaats en contact onderhoudt over de voortgang van de procedure.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak, waarbij hoger beroep kan worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking van het proces-verbaal.