ECLI:NL:RBDHA:2023:18370
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van rechter-commissaris in strafzaak zonder gegronde feiten
Op 30 juni 2023 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van een verzoeker, die niet-ontvankelijk werd verklaard. Het wrakingsverzoek was gericht tegen mr. I.K. van Acker, de rechter-commissaris in een strafzaak tegen de verzoeker. De verzoeker had geen feiten of omstandigheden aangevoerd die de vrees voor partijdigheid van de rechter-commissaris konden onderbouwen. De wet vereist dat een wrakingsverzoek wordt ingediend zodra de feiten en omstandigheden bekend zijn, en deze moeten tegelijkertijd worden voorgedragen. Aangezien het verzoek niet aan deze eisen voldeed, werd de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard.
De wrakingskamer oordeelde verder dat de verzoeker in het verleden al meerdere wrakingsverzoeken had ingediend, die allemaal waren afgewezen. Dit leidde tot de conclusie dat de verzoeker het wrakingsmiddel misbruikte, mogelijk om de voortgang van de procedure te frustreren. De wrakingskamer besloot dat een volgend wrakingsverzoek in deze zaak niet meer in behandeling zal worden genomen. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.