In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser, een Ghanese nationaliteit, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft op 16 juni 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend, welke op 26 juni 2023 als kennelijk ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft eerder, op 11 augustus 2023, het beroep van eiser gegrond verklaard en verweerder opgedragen een nieuw besluit te nemen. In het bestreden besluit van 9 oktober 2023 heeft verweerder de aanvraag opnieuw afgewezen, met de stelling dat Ghana als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt.
Eiser heeft aangevoerd dat hij tot de [naam stam 1] behoort, die in conflict is met de [naam stam 2]. Hij vreest voor zijn leven bij terugkeer naar Ghana, omdat zijn huis en winkel in brand zijn gestoken en hij bedreigd is door leden van zijn stam. Verweerder heeft echter geconcludeerd dat Ghana veilig is, verwijzend naar een herbeoordeling van 16 juni 2023, en dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij persoonlijk gevaar loopt. De rechtbank heeft geoordeeld dat verweerder voldoende is ingegaan op de door eiser aangevoerde bronnen en dat er geen sprake is van een 15c-situatie.
De rechtbank concludeert dat verweerder Ghana terecht heeft aangemerkt als veilig land van herkomst en dat eiser niet in zijn specifieke omstandigheden heeft aangetoond dat hij bescherming nodig heeft. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening is afgewezen. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.