ECLI:NL:RBDHA:2023:18364

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
10 november 2023
Publicatiedatum
29 november 2023
Zaaknummer
NL23.32546 en NL23.32547
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag Tunesische eiser op grond van veilig land van herkomst

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 10 november 2023, wordt het beroep van een Tunesische eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag behandeld. De eiser, geboren in 1993, had op 25 september 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 6 oktober 2023 als kennelijk ongegrond werd afgewezen. De rechtbank beoordeelt zowel het beroep als het verzoek om een voorlopige voorziening. Eiser was niet aanwezig op de zitting, maar zijn gemachtigde was wel aanwezig.

De eiser stelt dat hij in Tunesië problemen heeft ondervonden van de ex-man van zijn vrouw, die hem met doodsbedreigingen en geweld heeft bedreigd. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris Tunesië terecht heeft aangemerkt als een veilig land van herkomst. De rechtbank concludeert dat de eiser niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat hij persoonlijk gevaar loopt in Tunesië. De rechtbank wijst erop dat de eiser geen documenten heeft overgelegd ter ondersteuning van zijn relaas en dat zijn verklaringen inconsistent zijn.

De rechtbank komt tot de conclusie dat de afwijzing van de asielaanvraag als kennelijk ongegrond terecht is en wijst het beroep van de eiser af. Ook het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen, omdat er geen aanleiding meer is om dit te treffen. De eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en biedt informatie over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummers: NL23.32546 en NL23.32547
uitspraak van de enkelvoudige kamer en de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[eiser/verzoeker] , V-nummer: [v-nummer] , eiser/verzoeker (hierna: eiser)

(gemachtigde: mr. E. El-Sharkawi),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. Y.D. Ancion).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van de asielaanvraag van eiser en beoordeelt de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening van eiser. Eiser is geboren op [geboortedag] 1993 en heeft de Tunesische nationaliteit. Hij heeft op 25 september 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Verweerder heeft met het bestreden besluit van 6 oktober 2023 deze aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening op 2 november 2023 op zitting behandeld. Hieraan heeft de gemachtigde van verweerder deelgenomen. Eiser en zijn gemachtigde waren hierbij, met voorafgaande mededeling, niet aanwezig.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
2. Eiser heeft aan zijn asielaanvraag ten grondslag gelegd dat hij in Tunesië problemen had met de ex-man van zijn vrouw. Deze ex-man was psychisch ziek maar had ook een hoge status in Tunesië en veel geld. Hij heeft aan eiser berichten gestuurd met doodsbedreigingen. Ook heeft hij een molotovcocktail in eisers huis gegooid. Daarnaast werd eiser achtervolgd door mensen in auto’s. Ook heeft de ex-man iemand naar eiser toegestuurd die hem met een zwaard heeft verwond.
3. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen:
  • identiteit, nationaliteit en herkomst;
  • problemen met de ex-man van eisers vrouw.
Verweerder heeft eisers identiteit, nationaliteit en herkomst geloofwaardig gevonden. Eisers verklaringen over zijn problemen met de ex-man van zijn vrouw heeft verweerder niet geloofwaardig gevonden. Eiser heeft geen documenten ter onderbouwing van zijn relaas overgelegd, terwijl hij bijvoorbeeld heeft verklaard dat er een getuigenverklaring was opgesteld. Daarnaast is eiser onduidelijk geweest over wanneer zijn persoonlijke problemen met de ex-man van zijn vrouw zijn begonnen. Ook heeft eiser de gestelde incidenten niet aannemelijk gemaakt. Tunesië is aangemerkt als veilig land van herkomst. Eiser behoort niet tot één van de uitzonderingscategorieën en heeft niet aannemelijk gemaakt dat Tunesië in zijn persoonlijke geval niet als veilig land van herkomst kan worden beschouwd. Verweerder heeft eisers aanvraag daarom afgewezen als kennelijk ongegrond.
Wat vindt eiser in beroep?
4. Eiser stelt dat hij wel voldoende, overzichtelijk en consistent verklaard heeft over zijn problemen in Tunesië. In de zienswijze heeft hij een nadere toelichting gegeven op bepaalde feiten en omstandigheden. Het bestreden besluit is onvoldoende gemotiveerd omdat verweerder eisers zienswijze verwerpt met algemene en vage termen. Verder miskent verweerder de veiligheidssituatie in Tunesië op dit moment. De corruptie in Tunesië is een feit en geen vermoeden of stelling. Het oordeel van verweerder dat Tunesië een veilig land van herkomst is, is in strijd met de heersende politieke opvattingen in de Europese Unie.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
Tunesië als veilig land van herkomst
5. Voor de aanwijzing van een land als veilig land van herkomst geldt als norm dat er in het desbetreffende land algemeen gezien en op duurzame wijze geen vervolging of behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM plaatsvindt. Bij de beoordeling of aan deze norm wordt voldaan, moet verweerder de rechtstoestand in het land, de algemene politieke omstandigheden en de toepassing van de rechtsvoorschriften in een democratisch stelsel betrekken. Verweerder moet de juridische en feitelijke situatie in het land onderzoeken en acht slaan op algemene politieke omstandigheden. [1]
5.1.
De rechtbank is van oordeel dat verweerder Tunesië heeft kunnen aanmerken als veilig land van herkomst. Uit de bijlage bij de herbeoordeling van Tunesië als veilig land van herkomst op 8 juni 2023 blijkt dat bovenstaande criteria zijn meegenomen bij deze herbeoordeling en de herbeoordeling daarmee voldoet aan de wettelijke vereisten. In deze herbeoordeling is ook meegenomen dat journalisten, activisten en politieke opponenten die kritiek uitten op de president en/of regering in de negatieve aandacht staan van de autoriteiten en dat deze groepen dan ook zijn uitgezonderd van de aanwijzing als veilig land van herkomst. Eisers stelling dat de veiligheidssituatie in Tunesië door verweerder wordt miskend, slaagt dan ook niet.
5.2.
Omdat verweerder Tunesië heeft kunnen aanmerken als veilig land van herkomst, bestaat er een algemeen rechtsvermoeden dat vreemdelingen uit Tunesië geen bescherming nodig hebben. Het is vervolgens aan eiser om aannemelijk te maken dat Tunesië in zijn specifieke omstandigheden toch niet veilig is. [2] De rechtbank oordeelt dat eiser hier niet in is geslaagd en overweegt daartoe het volgende.
Problemen met ex-man van vrouw
6. Verweerder heeft kunnen concluderen dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat Tunesië voor hem persoonlijk niet geldt als veilig land van herkomst, omdat de gestelde problemen met de ex-man van zijn vrouw niet geloofwaardig zijn. Verweerder heeft hiertoe onder andere kunnen overwegen dat eiser geen documenten ter ondersteuning van zijn asielrelaas heeft overgelegd, terwijl die documenten er wel zouden zijn. Daarnaast heeft verweerder eiser mogen tegenwerpen dat hij wisselend heeft verklaard over wanneer zijn persoonlijke problemen met de ex-man zijn begonnen. De rechtbank is van oordeel dat verweerder in het bestreden besluit voldoende is ingegaan op eisers zienswijze. Zo heeft verweerder eiser in het voornemen tegengeworpen dat hij over de telefonische bedreigingen niet kan verklaren hoe vaak hij gebeld is en wanneer, en hij hier ook geen inschatting van kan geven. In de zienswijze heeft eiser vervolgens gesteld dat de ex-man hem meerdere malen heeft gebeld, één keer toen hij in Frankrijk was en de andere keren was hij in Tunesië. Verweerder heeft hierover kunnen overwegen dat eiser hiermee geen duidelijkheid heeft gegeven over hoe vaak en wanneer de ex-man hem heeft gebeld. Door te stellen dat de ex-man hem ‘meerdere malen’ heeft gebeld heeft eiser niet verduidelijkt hoe vaak en wanneer dit, bij inschatting, was. Verder heeft verweerder eiser in het voornemen tegengeworpen dat hij heeft verklaard dat hij in maart 2020 aangevallen zou zijn met een zwaard en dat hij hierna van huis naar huis is gegaan, terwijl hij eerder heeft verklaard dat hij in die periode nog niet op de vlucht was. Eisers stelling in de zienswijze dat het incident in maart 2021 heeft plaatsgevonden in plaats van in maart 2020 heeft verweerder niet hoeven volgen, nu niet is uitgelegd waarom eiser hierover in het gehoor anders heeft verklaard.
6.1.
Verweerder heeft het asielrelaas gelet op het vorenstaande niet ten onrechte ongeloofwaardig bevonden.

Conclusie en gevolgen

7. Verweerder heeft de aanvraag kunnen afwijzen als kennelijk ongegrond.
Het beroep is ongegrond.
8. Omdat op het beroep is beslist, bestaat er geen aanleiding meer voor het treffen van een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom af.
9. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. D.C. Laagland, (voorzieningen)rechter, in aanwezigheid van mr. M.C. Bakker, griffier.
De beslissing is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak op het beroep, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen één week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.
Tegen de uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Zie de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 14 september 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2474, r.o. 3.4.1.
2.Ibidem, r.o. 4.