ECLI:NL:RBDHA:2023:18343

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 november 2023
Publicatiedatum
29 november 2023
Zaaknummer
NL23.28984
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Moldavische eiseres met vrees voor ex-partners en discriminatie

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Moldavische eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres, geboren op [geboortedag eiseres], diende op 22 juni 2022 een asielaanvraag in, die op 7 september 2023 werd afgewezen. De rechtbank behandelde het beroep op 10 november 2023, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder en een tolk. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de asielaanvraag terecht is, omdat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij een gegronde vrees heeft voor vervolging in Moldavië door haar ex-vriend of ex-man. De rechtbank erkent dat de verklaringen van eiseres over huiselijk geweld geloofwaardig zijn, maar zij heeft niet onderbouwd dat deze vrees nog steeds bestaat. Eiseres heeft al tien jaar geen contact gehad met haar ex-vriend en haar ex-man heeft geen concrete plannen om haar te zoeken. Bovendien heeft de rechtbank vastgesteld dat eiseres en haar kinderen hun rechten als Moldavische burgers kunnen effectueren en dat er geen reëel risico is op ernstige schade of vervolging door discriminatie. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de asielaanvraag, wat tevens een terugkeerbesluit inhoudt. Eiseres krijgt geen proceskostenvergoeding.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.28984

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiseres], eiseres

V-nummer: [v-nummer eiseres],
mede namens haar minderjarige kinderen
[kind 1]en
[kind 2]
V-nummers: [v-nummer kind 1] en [v-nummer kind 2],
(gemachtigde: mr. J.M. Bell),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. J.C. van Ossenbruggen).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Eiseres is geboren op [geboortedag eiseres] en heeft de Moldavische nationaliteit. Zij heeft op 22 juni 2022 een asielaanvraag ingediend. Verweerder heeft deze aanvraag met het bestreden besluit van 7 september 2023 afgewezen als ongegrond.
2. De rechtbank heeft het beroep op 10 november 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen eiseres, de gemachtigde van eiseres, E. Unguryan als tolk, en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

3. De rechtbank beoordeelt het besluit van verweerder aan de hand van de argumenten die eiseres heeft aangevoerd: de beroepsgronden. De uitkomst hiervan is dat de rechtbank het beroep ongegrond zal verklaren. Dat betekent dat eiseres ongelijk krijgt en het besluit van verweerder in stand blijft. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
4. Met het bestreden besluit heeft verweerder de asielaanvraag van eiseres afgewezen. De gestelde identiteit, nationaliteit en herkomst, huiselijk geweld en discriminatie zijn geloofwaardig geacht. Verweerder heeft evenwel niet aannemelijk gevonden dat eiseres een gegronde vrees voor vervolging heeft of dat er een reëel risico is op ernstige schade. Eiseres heeft namelijk niet aannemelijk gemaakt dat zij in Moldavië te vrezen heeft van haar Moldavische ex-vriend of haar Turkse (ex-)man. Ook de gestelde discriminatie leidt niet tot de conclusie dat er een reëel risico op vervolging of ernstige schade aannemelijk is gemaakt. Eiseres en haar minderjarige kinderen hebben de Moldavische nationaliteit en kunnen daar hun rechten als burger van Moldavië effectueren.
5. Eiseres voert aan dat zij wel te vrezen heeft voor haar ex-vriend en dat haar ex-man haar ook zal gaan zoeken. Dat haar ex-man daartoe in staat is blijkt uit de politierapporten. Hij kan dit eenvoudig doen, omdat hij de Turkse nationaliteit heeft en daarom geen visum nodig heeft om Moldavië in te reizen. Ook wordt verwezen naar een arrest van het EHRM [1] , waarin werd geoordeeld dat Moldavië een vrouw onvoldoende beschermd had tegen huiselijk geweld. [2] Daarnaast heeft zij geen woning meer in Moldavië en zij kan daardoor ook geen aanspraak maken op voorzieningen. Tot slot is eiseres Russisch-talig en hebben haar kinderen een Turks-islamitische achtergrond, waardoor zij in Moldavië gediscrimineerd zullen worden.
Vrees voor de ex-vriend en de ex-man
6. De verklaringen van eiseres dat zij te maken heeft gehad met huiselijk geweld zijn geloofwaardig geacht. Zij heeft echter niet onderbouwd waarom zij nog steeds te vrezen heeft voor haar Moldavische ex-vriend. Eiseres heeft hem immers al 10 jaar niet meer gezien of van hem gehoord, en men vermoedt dat hij naar Rusland is gegaan. Ook hun meerderjarige zoon, die recentelijk in Transnistrië heeft gewoond, heeft niets meer van hem gehoord. Eiseres heeft daarom niet aannemelijk gemaakt dat haar ex-vriend uit Moldavië haar alsnog zal opzoeken.
7. Daarnaast heeft eiseres niet aannemelijk gemaakt dat haar Turkse (ex-)man haar daadwerkelijk zal zoeken in Moldavië. Zo heeft zij niet onderbouwd hoe hij te weten zal komen dat zij in Moldavië verblijft en op welke plek in Moldavië. Ook heeft ze niet genoegzaam toegelicht dat hij inderdaad de moeite zal nemen om naar Moldavië te reizen om haar te zoeken en problemen te veroorzaken. De enkele stelling dat hij daartoe in staat is en dat dat blijkt uit de politierapporten is daarvoor onvoldoende. Daarbij komt dat eiseres niet heeft onderbouwd dat de Moldavische autoriteiten haar niet zullen helpen, wanneer hij haar toch zou opzoeken. De verwijzing naar het arrest van het EHRM leidt niet tot een ander oordeel. Dit arrest zag immers op huiselijk geweld gepleegd door een politieagent, waarbij de vrouw dus beperkt was zichzelf te verdedigen en waarbij voorts vaststond dat er niet is ingegrepen door de autoriteiten, ondanks meerdere aangiftes. In het geval van eiseres is dit niet aan de orde, reeds nu ze geen aangifte heeft gedaan in Moldavië. Daarnaast is gebleken dat er sinds het arrest meerdere wetswijzigingen zijn geweest om de positie van vrouwen te verbeteren en ook een betere bescherming tegen huiselijk geweld te bieden.
Discriminatie
8. Verweerder heeft de verklaringen van eiseres over discriminatie geloofwaardig geacht. Evenwel heeft eiseres niet aannemelijk gemaakt dat zij en/of haar minderjarige kinderen door de gestelde en/of gevreesde discriminatie zo ernstig worden beperkt in hun bestaansmogelijkheden dat zij onmogelijk op maatschappelijk en sociaal gebied kunnen functioneren. [3] Zo heeft eiseres in het verleden in Moldavië een opleiding gevolgd, en een woning en werk gehad. Evenmin heeft zij onderbouwd dat zij nergens in Moldavië terecht kan of geholpen zal worden. Dat zij vanwege haar Russisch-taligheid zal worden gediscrimineerd heeft zij verder niet onderbouwd, ook niet nadat ter zitting aan de orde is geweest dat in haar herkomstgebied Transnistrië de groep Russisch-taligen ongeveer net zo groot is als de Moldavisch-talige. Ter zitting heeft eiseres daarover verklaard dat de Russisch-talige bevolking in Transnistrië juist niet wordt gediscrimineerd. Er is geen gegronde reden gebleken waarom eiseres bij terugkeer naar Moldavië zich, desgewenst, niet zou kunnen vestigen in Transnistrië, dat internationaal immers nog steeds wordt beschouwd als deel van Moldavië. Dat het Europees Parlement een resolutie heeft aangenomen waarin wordt gesteld dat de regio moet worden gezien als bezet gebied maakt dit niet anders. Ook valt niet in te zien dat haar kinderen in Transnistrië of in een ander deel van Moldavië een reëel risico lopen op vervolging of ernstige schade. Hoewel zij een Turks-islamitische vader hebben, verblijven zij bij eiseres. Eiseres is naar eigen zeggen heel gelovig christelijk, en haar kinderen worden door haar in een zeer overwegend christelijk land opgevoed. Daarbij heeft eiseres verklaard dat haar kinderen niet officieel moslim zijn, en bijvoorbeeld evenmin zijn besneden. Het is daarom niet aannemelijk dat haar kinderen met een ernstige vorm van discriminatie te maken zullen krijgen.
Woning en sociale voorzieningen
9. Eiseres heeft verklaard geen woonruimte te kunnen krijgen en dat zij daarom geen beroep kan doen op de sociale voorzieningen. De rechtbank volgt eiseres niet in dit standpunt. Eiseres heeft namelijk de Moldavische nationaliteit en kan daardoor aanspraak maken op de haar daarmee toekomende rechten. Er is daarom geen reden om aan te nemen dat de Moldavische autoriteiten haar niet kunnen of willen helpen of dat zij daar geen gebruik kan maken van de sociale voorzieningen.

Conclusie en gevolgen

10. Verweerder heeft de aanvraag terecht afgewezen als ongegrond.
Het beroep is ongegrond. De afwijzing van de asielaanvraag is tevens een terugkeerbesluit. Dat betekent dat eiseres moet terugkeren naar Moldavië. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
2.EHRM 28 augustus 2013, Eremia tegen Moldavië (appl. no. 3564/11).
3.Paragraaf C2/3.2 van de Vreemdelingencirculaire.