ECLI:NL:RBDHA:2023:18339
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- D.C. Laagland
- M.J.J. Roks
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag en verzoek om voorlopige voorziening van Pakistaanse eiser wegens ongeloofwaardige politieke vervolgingsvrees
In deze uitspraak oordeelt de Rechtbank Den Haag over het beroep van een Pakistaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag en het verzoek om een voorlopige voorziening. Eiser heeft op 3 oktober 2023 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 22 oktober 2023 als kennelijk ongegrond is afgewezen. Eiser stelt dat hij vreest voor vervolging in Pakistan vanwege de politieke activiteiten van zijn broer, maar de rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris deze vrees op goede gronden ongeloofwaardig heeft geacht. Eiser heeft onvoldoende concrete en op zijn persoon toegespitste verklaringen gegeven om zijn vrees aannemelijk te maken. De rechtbank wijst het beroep ongegrond en het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat er geen aanleiding is voor een tijdelijke maatregel. Eiser heeft bij binnenkomst in Nederland de autoriteiten misleid over zijn identiteit, wat bijdraagt aan de afwijzing van zijn aanvraag. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht een inreisverbod van twee jaar heeft opgelegd en dat er geen proceskostenveroordeling plaatsvindt.